Een drukkerij vraagt vanwege bedrijfseconomische redenen een ontslagvergunning aan voor haar werknemer. Het UWV verleent de drukkerij de vergunning om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. De werknemer verzoekt het UWV een herstelbeschikking af te geven, omdat - in tegenstelling tot wat het UWV heeft vermeld - hij wel degelijk verweer heeft gevoerd. Het standpunt van het UWV blijft ongewijzigd, maar is in de herstelbeschikking wel ingegaan op het verweer van de werknemer.

De werknemer – een drukker – dient een klacht in bij het UWV omdat onvoldoende rekening zou zijn gehouden met zijn verweer ten aanzien van de toepassing van het afspiegelingsbeginsel. Het UWV acht deze klacht gegrond. Uit de beslissing van het UWV om de ontslagvergunning te verlenen valt niet na te gaan of beoordeling van het toepassen van het afspiegelingsbeginsel juist is gedaan.

 

Onrechtmatig handelen UWV

De werknemer dient daarop een klacht in bij de Nationale Ombudsman. Deze heeft geoordeeld dat de klacht van de werknemer terecht is. Het UWV heeft erkend in de ontslagprocedure niet aan haar onderzoeksplicht te hebben voldaan door zonder nader onderzoek naar de uitwisselbaarheid van functies, een ontslagvergunning af te geven. De werknemer stelt het UWV aansprakelijk voor de door hem geleden schade, voorlopig begroot op € 185.000.

 

De rechter beslist dat het UWV onrechtmatig heeft gehandeld door zonder zorgvuldig onderzoek en zonder een deugdelijke motivering een ontslagvergunning heeft afgegeven.

 

Rechtbank Amsterdam, 2 mei 2012, LJN: BW7122

 

Tip

Een werknemer heeft ook de – meer voor de hand liggende – mogelijkheid om een zogeheten kennelijk onredelijk ontslagprocedure tegen de werkgever te starten nadat de arbeidsovereenkomst is opgezegd met een van het UWV verkregen ontslagvergunning.