De werkgever verzoekt in het kader van een collectief ontslag ontbinding van de arbeidsovereenkomst van de werknemer. De werknemer verweert zich hiertegen. Bij de beoordeling van de keuze van de voor ontslag voor te dragen werknemers, spitst het debat van partijen zich toe op de toepassing van het afspiegelingsbeginsel. De werkgever heeft binnen een afzonderlijke asfaltploeg afgespiegeld. De werknemer meent dat dit landelijk had moeten gebeuren.
De afspiegeling moet landelijk plaatsvinden
In de UWV-beleidsregels is het begrip bedrijfsvestiging als volgt gedefinieerd: “Elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband”. De kantonrechter oordeelt dat de asfaltploegen zich in het maatschappelijk verkeer niet als zelfstandige eenheid presenteren, en dat zij ook geen intern organisatorisch verband vormen. Bij de bepaling van het gebied waarbinnen dient te worden afgespiegeld, komt het er vervolgens op aan dat enerzijds ontslagbescherming wordt gewaarborgd en dat anderzijds wordt gewaakt tegen een onwerkbare uitkomst. De kantonrechter hecht doorslaggevend belang aan de omstandigheid dat de asfaltmedewerkers structureel niet merendeels in het eigen werkgebied pleegden te worden gezet. Dit leidt tot de conclusie dat landelijk behoort te worden afgespiegeld.
Kantonrechter Utrecht, 11 maart 2013, LJN: BZ5263
Tip
Met name bij grotere organisaties is het soms niet even duidelijk of afspiegeling regionaal of landelijk dient plaats te vinden. Het is cruciaal vooraf de bedrijfsvestiging goed te definiëren, aangezien de afspiegeling anders niet goed kan plaatsvinden. In de UWV beleidsregels staan verschillende kenmerken genoemd die handvatten kunnen bieden bij het vaststellen van de bedrijfsvestiging.