Een vader claimde de aftrek op levensonderhoud van een kind, die echter door de inspecteur van de Belastingdienst werd afgewezen. Het gerechtshof Amsterdam gaf de inspecteur daarin gelijk. Als er recht op kinderbijslag bestaat, vervalt het recht op de aftrek.

Een vader heeft heel 2004 in Nederland gewoond. Zijn echtgenote en zijn minderjarige zoon wonen in Egypte. Vader heeft in 2004 geen kinderbijslag ontvangen, omdat hij de aanvraag hiervoor te laat indiende. In een bezwaarschrift verzoekt hij de inspecteur zijn belastbaar inkomen te verminderen met de kosten van levensonderhoud van zijn zoon.

De inspecteur heeft dit geweigerd.

 

Tijdig

De rechter beslist dat de inspecteur terecht de aftrek van kosten van levensonderhoud heeft geweigerd. De vader voldeed in 2004 aan alle voorwaarden voor toekenning van kinderbijslag, zodat hij die had kunnen ontvangen, als hij maar tijdig een verzoek had ingediend. Hij had in dat jaar dus recht op kinderbijslag en juist dat recht verhindert de aftrek van levensonderhoud.

 

Tip

Recht op aftrek levensonderhoud geldt alleen, als deze in belangrijke mate op een belastingplichtige drukt en er voor het kind geen recht bestaat op kinderbijslag, studiefinanciering of een vergelijkbare regeling.