De werknemer is op 27 januari 2005 bij beschikking van de rechtbank Amsterdam in een psychiatrisch ziekenhuis geplaatst. Op 14 september 2005 heeft de advocaat van de werknemer de opzegging door de werkgever vernietigd aangezien volgens de advocaat de arbeidsovereenkomst nog zou bestaan, en nu werknemer weer van zijn ziekte is hersteld, hij weer in staat is zijn werkzaamheden te verrichten.
Vordering loondoorbetaling en schadevergoeding
De werknemer vordert nu loondoorbetaling vanaf 4 maart 2004 tot de rechtsgeldige beëindiging van de arbeidsovereenkomst alsmede een schadevergoeding van €120.000.
De werkgever beroept zich op het feit dat de vernietiging van het gegeven ontslag op staande voet te laat is ingeroepen. De Hoge Raad oordeelt dat het beroep van een werkgever op de vervaltermijn van artikel 9 BBA naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn als hij ervan op de hoogte is dat de werknemer leed aan ernstige psychische ziekte ten tijde van een ontslag op staande voet. Een beroep op de vernietigingsgrond door de werknemer wordt dan alsnog geacht tijdig te zijn gedaan, ook al is de vervaltermijn van 6 maanden al ruimschoots verstreken.
Hoge Raad, 22 juni 2012, LJN: BW5695
Tip
Voor een werkgever geldt een zwaardere onderzoeksplicht als een werknemer zich in een gemoedstoestand bevindt waardoor deze de consequenties van een beslissing niet (volledig) kan overzien (bijvoorbeeld door emoties of psychisch welzijn). Wil een werkgever consequenties verbinden aan het handelen van de werknemer op dat moment, dan geldt dat de werkgever niet over één nacht ijs moet gaan.