Twee Duitse werknemers werken sinds 2007 bij hun werkgever. De werkgever verstrekt beiden op 6 februari 2012 een vaststellingsovereenkomst die geantedateerd is op 6 december 2011. De werknemers tekenen de overeenkomst, maar beroepen zich ongeveer vier maanden later op de vernietigbaarheid. Zij stellen onvoldoende geïnformeerd te zijn door de werkgever alsmede dat het antedateren van de overeenkomt in strijd is met de goede zeden.
Geen wilsovereenstemming
Voor het Hof staat vast dat de werknemers bij het ondertekenen van de overeenkomst niet de wil hadden om tot definitieve beëindiging van de arbeidsovereenkomst te komen. Zij kregen geen Duitse vertaling van de overeenkomst voorgelegd en zijn niet in de gelegenheid gesteld een adviseur te raadplegen. De werkgever had voorts niets verteld over de verplichte toetsing door het UWV indien zij hun instemming niet zouden verlenen. Daarnaast geldt dat de werknemers niet is verteld dat zij met het antedateren valsheid in geschrift zouden plegen. Het Hof komt daarmee tot de conclusie dat de arbeidsovereenkomsten nog altijd voortduren en wijst de loonvorderingen toe.
Gerechtshof Leeuwarden, 11 december 2012, LJN: BY9401
Tip
In de rechtspraak verschijnen met enige regelmaat uitspraken waarin vaststellingsovereenkomsten niet in stand blijven omdat werkgevers tekort schieten in hun informatieplicht. Omdat de gevolgen verstrekkend zijn (in stand blijven arbeidsovereenkomst en loondoorbetaling) is het raadzaam werknemers altijd schriftelijk te adviseren juridisch advies in te winnen over de voorgenomen beëindiging van hun arbeidsovereenkomst.
