Bij de kantonrechter stelt de werkgever dat de werknemer is gaan schelden en vervolgens gaan slaan. De echtgenote van de werkgever, die tussenbeide kwam, werd daarbij geraakt. De werkgever zou zijn echtgenote hebben ontzet en zich vervolgens hebben verweerd, waarbij wederzijds slagen zijn uitgedeeld, aldus nog steeds de werkgever. Tot slot zou de werknemer met een aluminium staaf diverse klappen hebben uitgedeeld.
Getuigenverhoren voor bewijsvoering
De kantonrechter oordeelt dat deze gebeurtenissen een dringende reden opleveren voor ontslag op staande voet, mits deze daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. De werkgever moet dit nog wel bewijzen. Daarom vinden getuigenverhoren plaats.
Uit de getuigenverklaringen kan de kantonrechter niet opmaken dat het incident heeft plaatsgevonden zoals de werkgever dit heeft beschreven. Weliswaar is sprake geweest van enig geweld, maar wordt niet duidelijk of de werknemer daarmee is begonnen. Ook bestaat de mogelijkheid dat de werknemer de staaf heeft gepakt uit zelfverdediging. De werkgever heeft dus niet (volledig) bewezen dat een en ander is gelopen zoals hij stelt. Bovendien, aldus nog steeds de kantonrechter: een werkgever dient een situatie als deze zoveel als mogelijk te voorkomen. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever de situatie in dit geval heeft uitgelokt, áls de werknemer het gevecht al begonnen is. Hij acht het gegeven ontslag op staande voet dan ook onterecht.
In dit geval heeft de werknemer geen wedertewerkstelling gevorderd, maar een schadevergoeding, die de kantonrechter toewijst.
Kantonrechter Midden-Nederland, 31 juli 2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:2957
Tip
De rechter toetst een ontslag op staande voet kritisch. Zorg dan ook voor genoeg (en het liefst ‘hard’) bewijs!