De overeenkomst valt vervolgens op het bureau van Tim, de salarisadministrateur BPO bij leverancier Centric. “Graag uitvoeren wat wij hebben afgesproken.” Annabel blijft nog tot en met juni 2021 in dienst. Wel is zij per direct vrijgesteld van werk. De ontslagvergoeding moet al in februari 2021 worden uitgekeerd. “Vreemd,” denkt Tim. “Die wordt toch altijd pas bij de eindafrekening uitgekeerd? Wat nu?”
De volgende vragen schieten door Tims hoofd:
- Zijn deze inkomsten uit vorige dienstbetrekking nu iets voor de groene tabel? Of moet het op de witte tabel?
- Wat is het eigenlijk het verschil met een extra bonus nu?
- Hoe ziet de Belastingdienst dit?
- Moet ik nog rekening houden met de Regeling Vervroegd Uittreden (RVU)?
Die laatste vraag is snel beantwoord. Eigenlijk zegt de naam ‘Annabel’ al genoeg: die was niet populair voor 1960, dus Annabel kan nooit vlak voor de AOW-leeftijd zitten. Het gevoel klopt, Annabel is geboren in 1981. De andere vragen overlegt Tim met collega’s en de Wet & Regelgeving-specialist. Dus zo lost hij het op.
Het verschil tussen een ontslaguitkering en een reguliere bonus, is dat tegenover de bonus een geleverde prestatie staat en de ontslaguitkering een vergoeding is voor geleden loonschade en/of vergoeding ter overbrugging naar een nieuwe werkgever.
De Belastingdienst beschouwt in de regel een vaststellingsovereenkomst als leidend voor de bepaling of er sprake is van een ontslagvergoeding of iets anders.
Dus Tim keert de ontslagvergoeding in februari uit op een aparte Inkomstenverhouding met code soort IKV 62. Deze IKV krijgt een begin- en einddatum op dezelfde dag (de dag van uitbetaling) en Tim past de groene tabel voor bijzondere beloningen toe. De reguliere loondoorbetaling loopt door op de huidige IKV tot en met juni 2021. Splitsing van de betalingen in twee aparte IKV’s is in dit geval verplicht omdat groene en witte belastingtabel niet in één IKV mogen voorkomen.