De werkgever is een kleine onderneming die zich bezighoudt met orgelbouw. De werknemer gaat een liefdesrelatie aan met de vriendin van een collega. De werkgever en de andere werknemers zien de terugkeer van de werknemer op de werkvloer niet zitten. De werknemer vindt dat het een privéaangelegenheid is waar de werkgever zich niet mee moet bemoeien. De werkgever verzoekt de rechter om ontbinding van de overeenkomst.

De rechter oordeelt dat deze liefdesrelatie als een privéaangelegenheid moet worden aangemerkt. De werknemer heeft hiermee wel het risico genomen dat deze privéomstandigheid gevolgen zou krijgen voor de arbeidsrelatie met de werkgever. Daar is sprake van aangezien de werkgever zeer goede collegiale verhoudingen verlangt om de specialistische werkzaamheden op het door haar gewenste niveau te kunnen uitvoeren. Dat is het goed recht van de werkgever maar dat betekent ook dat de werkgever het risico draagt dat een privégebeurtenis gevolgen heeft voor de arbeidsrelatie.

 

Verstoorde arbeidsrelatie

De ontstane situatie is buitengewoon ongelukkig maar hieraan valt volgens de rechter werkgever noch werknemer een verwijt te maken. De werknemer had hoogstens kunnen proberen om ‘on speaking terms’ met de collega’s te komen en te blijven. De rechter ontbindt de arbeidsovereenkomst en kent aan de werknemer een beëindigingvergoeding van € 3.500 toe op basis van C=1.

 

Rechtbank Haarlem, sector kanton, 21 december 2011, LJN BU9411

 

Tip

In een arbeidsreglement  kan een meldingsplicht worden opgenomen ten aanzien van affectieve relaties tussen werknemers op de werkvloer of met werknemers bij concurrerende ondernemingen.