Een verpleegkundige wordt verdacht van het manipuleren van opiaatlijsten met het vermoeden dat hij dit heeft gedaan om opiaten mee te nemen. Onder meer aan de hand van een bedrijfsrechercherapport en verklaringen van collega’s probeert de werkgever dit aannemelijk te maken. Vooral vanwege de strenge maatstaf die de kantonrechter aanlegt, slaagt de werkgever hierin niet en wordt de ontbinding afgewezen.
Ontbindingsverzoek wegens delictueel verwijt
Deze kantonrechter behandelt ontbindingsverzoeken wegens zogenoemde delictuele verwijten, zoals diefstal, geweldpleging en seksuele intimidatie. Bij delictuele verwijten moet de werkgever een uitgewerkt dossier voorleggen met overtuigingsstukken.
Het verwijt moet met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid komen vast te staan; zeker bij een verder goed functionerende werknemer. De werknemer is onschuldig tot de werkgever het tegendeel heeft aangetoond. De werkgever moet de werknemer de kans hebben gegeven zich tegen de bewijsstukken te verweren. De kantonrechter vergelijkt de behandeling van zo’n ontbindingsverzoek met de procedure over een ontslag op staande voet.
Kantonrechter Brielle, 12 mei 2011, BR0166
Tip
Of dit algemeen beleid is of wordt van kantonrechters is de vraag, maar de uitspraak is wel een aanwijzing voor werkgevers om het ontbindingsdossier nog beter op orde te hebben, zeker bij delictuele verwijten. De verweten gedragingen moeten daarbij met hard bewijs worden geleverd als ware het een procedure over ontslag op staande voet.