De weg naar een rechtsgeldig ontslag op staande voet kent vele valkuilen. Een heikel punt is de eis van onverwijldheid. Onverwijld betekent ook écht onverwijld. In dit geval had het hof geen boodschap aan het verweer van de werkgever dat het Pasen was.

Werknemer 1 en werknemer 2 zijn met elkaar gehuwd en zijn werkzaam bij de broer van werknemer 2 (‘werkgever’). Tussen werknemer 2 en werkgever is op 25 maart 2023 een discussie ontstaan, waarna werknemer 2 naar huis is vertrokken. Beide werknemers zijn vervolgens niet meer op het werk verschenen. Na de discussie komt werkgever erachter dat werknemer 2 zonder zijn toestemming geld uit de kas heeft weggenomen.

Werknemers worden van deze bevinding op de hoogte gesteld. Zij geven aan van niets te weten en melden zich ziek. Beide werknemers zeggen hun arbeidsovereenkomst vervolgens per verschillende data op. Gelijktijdig met de opzegging van werknemer 2, op 12 april 2022, geeft hij toe dat hij zonder medeweten van werknemer 1 kasgeld van de werkgever heeft meegenomen.

Werkgever is vervolgens op 17 april 2022 naar het huis van werknemers gegaan. Volgens werknemers heeft werkgever hen toen op staande voet ontslagen, waartegen zij bezwaar maken. Op 19 april 2022 heeft werkgever de werknemers (nogmaals) per e-mail op staande voet ontslagen wegens i) het wegnemen van kasgeld door werknemer 2, met medeweten van werknemer 1 en ii) dat werknemer 1 een filmopname heeft gemaakt van een incident op 17 april 2022 waarbij werknemer 2 geweld tegen werkgever heeft uitgeoefend.

‘Tussen partijen bestaat discussie over de vraag wanneer werknemer 1 op staande voet is ontslagen. Volgens het hof maakt het geen verschil: in geen van beide gevallen is voldaan aan de onverwijldheidseis’

Tussen partijen bestaat discussie over de vraag wanneer werknemer 1 op staande voet is ontslagen: op 17 of op 19 april 2022. Volgens het hof maakt dit geen verschil: in geen van beide gevallen is voldaan aan de onverwijldheidseis. Uit het door werknemer 2 overgelegde filmpje blijkt dat werkgever, nog voorafgaand aan het vermeende geweldsincident, een vooraankondiging van het ontslag op staande voet heeft gedaan. De enige potentiële dringende reden waar de werkgever tijdens de vooraankondiging wetenschap van had, was dat werknemer 2 (al dan niet met medeweten van werknemer 1) geld had weggenomen. Hier was de werkgever echter op 12 april 2022 al van op de hoogte. Dat de werkgever tot 19 april 2022 heeft gewacht met het geven van het ontslag op staande voet op die grond, maakt dat het ontslag niet onverwijld gegeven is en is daarom ook niet rechtsgeldig.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 27 februari 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:1677

Bron: Nieuwsbrief Fraude opgelicht – Palthe Oberman Advocaten