Bij een onaangekondigde controle van e-mails van een werknemer, meent de werkgever te constateren dat de werknemer zich op niet passende wijze en in strijd met gemaakte afspraken heeft uitgelaten over het bedrijf. De werkgever ontslaat de werknemer op staande voet.

De werkgever is een groothandel voor zeil- en tentmakers, camping- en vrijetijdsproducten. Binnen de organisatie zijn een vader en een zoon werkzaam. De vader bekleedt de functie van verkoopdirecteur, de zoon is commercieel medewerker binnendienst. Medio 2011 heeft de werkgever een ontslagvergunningsaanvraag ingediend bij UWV WERKbedrijf, teneinde de arbeidsovereenkomst met de vader op te kunnen zeggen.

 

Geheimhouding

De werkgever heeft met de zoon besproken dat hij – zowel intern als extern –  geheimhouding moest betrachten over het op handen staande ontslag van zijn vader. Naar aanleiding van de verdenking dat de zoon zich in strijd met de afgesproken geheimhouding zou hebben uitgelaten over het ontslag van zijn vader, heeft de werkgever een aantal (zakelijke) e-mails van de zoon gecontroleerd. In deze mails werden de volgende opmerkingen van hem aangetroffen:

“I can tell you it’s impossible to work with pigs, and that is what I am facing now.”

“Das wissen wir auch nicht was da los ist, es ist hier ein komplett chaos.”

 

Ontslag op staande voet

Naar aanleiding hiervan heeft de werkgever de werknemer op staande voet ontslagen. De werknemer heeft de nietigheid van het ontslag ingeroepen. De werkgever heeft vervolgens een verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor zover vereist heeft ingediend, primair op grond van een dringende reden, subsidiair op grond van veranderingen in de omstandigheden, zonder toekenning van een vergoeding aan de werknemer.

 

Inbreuk op privacy werknemer

De Rechtbank Rotterdam toetst in dit geval of het de werkgever toegestaan was om de zakelijke e-mails van de werknemer te lezen en of de inhoud van de mails die bij deze controle werd geconstateerd, een dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW oplevert. Uit jurisprudentie van het EHRM blijkt dat e-mailberichten onder de bescherming van het recht op privacy ex artikel 8 EVRM vallen. Het is de werkgever derhalve enkel toegestaan om hier inbreuk op te maken, als er sprake is van een gerechtvaardigd doel en er is voldaan aan de proportionaliteitseis.

 

Controle e-mails gerechtvaardigd

De Kantonrechter oordeelt dat de werkgever in casu een gerechtvaardigd doel had om de e-mails te controleren hoewel over eventuele controle van e-mailberichten door de werkgever niets is vastgelegd tussen partijen. Dit aangezien er verdenkingen bestonden dat de werknemer collega’s in zijn onvrede betrok en het ging om zakelijke e-mailverkeer waarvan de werknemer redelijkerwijs had moeten verwachten dat deze door de werkgever gecontroleerd zouden kunnen worden. Ook aan de proportionaliteitseis is voldaan, daar de werkgever volgens de Kantonrechter geen ander middel had om de inhoud van de e-mails te verifiëren.

De Kantonrechter oordeelt echter dat de inhoud van de e-mails geen dringende reden oplevert die een ontslag op staande voet rechtvaardigt, maar ontbindt de arbeidsovereenkomst op grond van veranderingen in de omstandigheden, nu de arbeidsverhouding verstoord is. Daarnaast kent de Kantonrechter, gelet op de duur van het dienstverband van de werknemer enerzijds en zijn verwijtbaarheid anderzijds, een vergoeding waarbij C=0,75 aan de werknemer toe.

 

Rechtbank Rotterdam, sector Kanton, 21 september 2011, LJN: BU4848

  

Tip

Het is voor een werkgever verstandig om een duidelijk, schriftelijk beleid omtrent gebruik van e-mail, telefoon en internet door de werknemer gedurende werktijd op te stellen, waaruit blijkt onder welke voorwaarden de werkgever zich het recht voorbehoudt hierop controle uit te oefenen.