De gefixeerde schadevergoeding is gelijk aan het loon vanaf de datum van het ontslag op staande voet tot de datum waarop de arbeidsovereenkomst zou zijn geëindigd als er een opzegtermijn in acht zou zijn genomen. De vraag is welke opzegtermijn hierbij gehanteerd moet worden: die van de werkgever of de werknemer? Dit volgt niet duidelijk uit de wet.
De kantonrechter in Amersfoort oordeelt dat de werknemer door het ontslag op staande voet schadeplichtig was. Hij wees daarom de vordering van de gefixeerde schadevergoeding toe. Het wettelijke stelsel brengt volgens de kantonrechter mee dat de hoogte daarvan berekend moet worden over de opzegtermijn die de partij, aan wie te wijten is dat de arbeidsovereenkomst per direct is geëindigd, in acht had moeten nemen bij een regelmatige beëindiging. In dit geval – en dat zal in de meeste gevallen zo zijn – was het ontslag op staande voet te wijten aan de werknemer, zodat de gefixeerde schadevergoeding over de opzegtermijn van de werknemer moet worden berekend.
Kantonrechter Amersfoort, 11 november 2009, LJN BK2211
Tip:
Als het ontslag op staande voet op onterechte gronden is gegeven, is de werkgever schadeplichtig. De werknemer heeft dan de keus tussen het vorderen van een gefixeerde of volledige schadevergoeding. De werkgever pleegt bovendien een wanprestatie omdat hij zich niet als een goed werkgever gedraagt. Ook op basis daarvan kan de werknemer een schadevergoeding vorderen.