Wanneer een werkgever in een slechte financiële positie verkeert, staat het haar in beginsel vrij om de organisatie van haar onderneming in te richten zoals zij dat wil en kostenbesparende maatregelen te nemen op de manier die zij het beste acht, zoals in deze zaak het laten vervallen van een functiegroep.
Ernstig mismanagement
De functiegroep die zou komen te vervallen betrof de functie van locatiecoördinator. Voor twee werknemers in deze functie heeft de werkgever een ontbindingsverzoek ingediend. De twee werknemers waren beiden actief binnen de Ondernemingsraad. De werknemers voerden in het verweer aan, dat het ontbindingsverzoek zou moeten worden afgewezen, omdat het verband zou houden met hun OR-lidmaatschap. De reden hiervoor zou volgens werknemers zijn gelegen in het feit dat de OR zou hebben aangetoond, dat er binnen de organisatie sprake zou zijn van ernstig mismanagement. Ook heeft de OR medio 2010 een procedure bij de Ondernemingskamer gestart. Volgens de betreffende werknemers zou de directeur door middel van het ontbindingsverzoek de ‘rekening’ met hen willen vereffenen.
Financiële noodsituatie
De werkgever voerde hiertoe aan dat het ontbindingsverzoek geen verband houdt met het OR-lidmaatschap van werknemers, maar dat het vervallen van de functie locatiecoördinator puur en alleen te maken heeft met de reorganisatie binnen de onderneming wegens de financiële noodsituatie. Dit zou onder andere blijken uit het feit dat de OR alle ruimte heeft gekregen om zijn wettelijke taken uit te oefenen en uit het feit dat werknemers de kans hebben gehad om te reageren op een andere functie binnen de onderneming.
Sociaal plan
De kantonrechter oordeelt dat het niet aannemelijk is geworden dat de ontbindingsverzoeken samenhangen met het OR-lidmaatschap van werknemers. Daarbij heeft de kantonrechter met name gelet op de omstandigheid dat werknemers niet hebben gesolliciteerd naar een beschikbare vervangende functie bij werkgever. De kantonrechter oordeelt vervolgens dat de slechte financiële situatie van de onderneming voldoende aannemelijk is gemaakt. Het staat werkgever daarom vrij maatregelen te nemen die zij nodig acht voor de voortzetting van haar onderneming, maar zij moet zich wel houden aan de verplichtingen uit het gesloten sociaal plan. Op grond van dit sociaal plan was de werkgever in deze zaak verplicht een herplaatsingsprocedure te doorlopen, voordat zij een ontbindingsverzoek zou kunnen indienen. Nu dit niet gebeurd is, wijst de kantonrechter de verzoeken af.
Rechtbank Arnhem (Sector Kanton), 23 juni 2011, LJN: BQ9112
Tip
De werkgever is vrij in het nemen van maatregelen, mits bepalingen uit een van toepassing zijnde cao of sociaal plan strikt in acht worden genomen.