Een OR ontving in januari 2008 een adviesaanvraag over een voorgenomen besluit om een vestiging over te dragen. De OR meldt de ondernemer op 1 april 2008 dat een deskundige is ingeschakeld. Na het verzoek van de ondernemer om uiterlijk op 14 april 2008 te adviseren, gaat de OR onmiddellijk aan de slag. Op 2 april 2008 verricht de deskundige werkzaamheden. De offerte wordt echter pas op 7 april 2008 toegezonden. De ondernemer weigert vervolgens de rekening te betalen, omdat de OR vooraf geen informatie heeft verstrekt over de te verwachten kosten.
Bezwaar
De kantonrechter constateert dat de OR de ondernemer onmiddellijk na de inschakeling van de deskundige op de hoogte heeft gebracht, maar daarbij niet helemaal volgens de WOR heeft gehandeld. De OR heeft de ondernemer namelijk niet meteen op de hoogte gebracht van de te verwachten kosten. De rechter vindt dat dit de OR niet aangerekend mag worden vanwege de korte termijn waarop het advies uitgebracht moest worden. Men was immers wél op de hoogte van het inschakelen van een deskundige en heeft daar geen bezwaar tegen gemaakt. De ondernemer moet dus alsnog de kosten van de deskundige betalen.
Artikel 22 WOR
De gedachte achter artikel 22 lid 2 WOR is dat de ondernemer de gelegenheid moet krijgen om van tevoren tegen de noodzaak van het inschakelen van een deskundige of de omvang van de kosten bezwaar te maken. In dit geval had de ondernemer kunnen weten dat aan het inschakelen van een deskundige kosten waren verbonden, hij had deze kunnen afwenden.
Kantonrechter Den Haag, 23 april 2009, LJN BI9263