Deze uitspraak komt nadat de Hoge Raad op 27 november 2009 in het baanbrekende arrest Van de Grijp/Stam besloot dat van een vergoeding op grond van art. 7:681 BW pas sprake kan zijn, als aan de hand van alle omstandigheden van het geval is vastgesteld dat het ontslag kennelijk onredelijk is (LJN: BJ6596).
Vaststellen vergoeding
Is de kennelijke onredelijkheid vastgesteld dan zal de schade door de rechter moeten worden bepaald. De Hoge Raad heeft bevestigd dat bij het vaststellen van een vergoeding voor de schade niet de kantonrechtersformule of een andere algemene formule kan worden toegepast. Het Hof Arnhem had namelijk beslist dat de werknemer in aanmerking zou komen voor een vergoeding waarbij de zogenaamde XYZ-formule, de oude kantonrechtersformule met correctiefactor Z=0,5, gehanteerd zou moeten worden.
Kennelijk onredelijk ontslag
De schade zal bij kennelijk onredelijk ontslag volgens de daarvoor geldende regels moeten worden begroot. De rechter moet nauwkeurig in zijn uitspraak verantwoorden welke omstandigheden en factoren de hoogte van de vergoeding bepalen. Omdat het steeds gaat om bijzondere omstandigheden van het geval, mag de schade volgens de Hoge Raad niet begroot worden aan de hand van een globale formule.
Hoge Raad 12 februari 2010, LJN: BK4472
Tip: Een ontslagvergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag moet maatwerk zijn, vindt de Hoge Raad. Zij gooit daarmee de XYZ-formule in de prullenbak.