In een post van een paar maanden geleden deelde ik de uitspraak van de kantonrechter Rotterdam van 30 april 2021 die het ontslag op staande voet van een supermarkt aan een kassa- en servicebaliemedewerkster die werd verdacht van diefstal van een armband rechtsgeldig achtte.

Ontslag op staande voet rechtsgeldig 

Gevolg: werknemer verloor haar baan, moest een vergoeding aan haar werkgever betalen en ook nog (een deel van) de onderzoekskosten van de door de werkgever ingeschakelde bedrijfsrechercheur.

Werknemer ging tegen die uitspraak in hoger beroep. En met succes, want de zaak kantelde volledig bij het Gerechtshof in Den Haag.

Anders dan de kantonrechter oordeelt het Hof dat ondanks hetgeen zichtbaar is op het beschikbare beeldmateriaal en ondanks de verklaring van werknemer over het kluissleuteltje, er onvoldoende zekerheid is dat de armband door werknemer is ontvreemd en dat geen andere medewerker of derde in de gelegenheid is geweest om de armband weg te nemen. Werkgever heeft over de werking van het camerasysteem geen concrete feiten gesteld en bewijzen aangeboden die, bij bewezenverklaring, tot een andere beoordeling kunnen leiden, aldus het Hof.

En dan kantelt de zaak ook financieel volledig. Werkgever moet niet alleen het bedrag waartoe de werknemer door de kantonrechter is veroordeeld (ruim EUR 3.000,-) terug betalen, maar ook de gefixeerde schadevergoeding van EUR 5.614,08, een transitievergoeding van EUR 10.540,23 en…..een billijke vergoeding van EUR 50.000,00 bruto. En de proceskosten van beide procedures komen ook nog op het bordje van de supermarkt.

Het geven van ontslag op staande voet, het blijft een risico.

Kantonrechter Rotterdam

Gerechtshof Den Haag