Werkneemster is op 1 januari 1980 in dienst getreden bij werkgever en was laatstelijk werkzaam in de functie van Programmabeheerder 4. Vanwege een flinke daling in inkomsten voert werkgever een grote reorganisatie uit. Eind 2021 heeft werkgever toestemming ontvangen van het UWV voor opzegging van de arbeidsovereenkomst van werkneemster, als gevolg waarvan werkgever haar arbeidsovereenkomst per 1 februari 2022 opzegt. Werkneemster berust zich niet in de opzegging en verzoekt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te herstellen. Zij stelt primair dat haar oorspronkelijke functie en de nieuwe functie (administrateur 4) uitwisselbaar zijn en stelt subsidiair dat werkgever niet aan de herplaatsingsverplichting heeft voldaan.
Uitwisselbaarheid functies
Bij een reorganisatie is de werkgever verplicht het afspiegelingsbeginsel toe te passen. Dit beginsel bepaalt welke werknemers boventallig zijn. Afspiegeling vindt vervolgens plaats per categorie uitwisselbare functies. De werkgever moet dus onderzoeken welke functies onderling uitwisselbaar zijn. Uitwisselbare functies zijn functies die naar inhoud, vereiste kennis, vaardigheden, competenties en aard vergelijkbaar en naar niveau en beloning gelijkwaardig zijn.
In deze kwestie was werkneemster van mening dat haar oorspronkelijke functie uitwisselbaar was met de nieuwe functie van administrateur 4. De kantonrechter oordeelt daarentegen dat hoewel er sprake is van overlap tussen beide functies, niet kan worden gesproken van uitwisselbaarheid.
Herplaatsingsverplichting
Gezien de functies niet aangemerkt kunnen worden als uitwisselbaar, dient vervolgens te worden beoordeeld of werkneemster herplaatst had moeten worden in de nieuwe functie. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat de nieuwe functie een passende functie is voor haar. In tegenstelling tot uitwisselbare functies, wordt bij de beoordeling of een functie passend is gekeken naar subjectieve en persoonlijke mogelijkheden van de werknemer. Een functie kan worden aangemerkt als passend als deze aansluit bij de opleiding, ervaring en capaciteiten van de werknemer.
Werkgever vond dat de nieuwe functie van administrateur 4 niet passend was voor werkneemster, omdat zij niet voldeed aan de gestelde mbo-diploma-eis. Daarnaast had zij voor haar assessment 5,2 van de 10 punten gescoord, terwijl zij volgens werkgever minimaal 6 punten had moeten scoren.
De kantonrechter volgt dit verweer niet. Zij vindt de gestelde mbo-diploma-eis van formalistische insteek en kortzichtig. Werkneemster heeft namelijk volgens haar functioneringsverslagen de afgelopen 42 jaar altijd naar tevredenheid gewerkt op mbo-niveau. Volgens de kantonrechter zou werkervaring meer moeten betekenen dan een diploma-eis. Voor wat betreft de uitslag van het assessment begrijpt de kantonrechter dat ondernemingen een dergelijke norm hanteren, mits er beperkte plekken beschikbaar zijn voor een functie. Van beperkte plekken was in dit geval geen sprake, waardoor werkgever – volgens de kantonrechter – zwaarder diende te tillen aan het werkverleden van werkneemster. Een assessment is immers slechts een momentopname en uit de functioneringsverslagen van werkneemster bleek een uitstekend en consequent prestatieniveau, over een periode van 42 jaar.
Alles samengenomen stelt de kantonrechter dat het werkgever niet alleen had gesierd, maar dat het op grond van goed werkgeverschap ook haar verplichting was om werkneemster te herplaatsen in de nieuwe functie, mede gezien haar werkervaring van 42 jaar en goede resultaten bij eerdere wisselingen van functies.
Beslissing kantonrechter
De kantonrechter komt dan ook tot het oordeel dat de opzegging in strijd is met artikel 7:669 lid 1 BW en dat de arbeidsovereenkomst moet worden hersteld per 1 februari 2022 (datum opzegging).