De werkgever had in januari 2007 om een vergunning verzocht om de arbeidsovereenkomst met de werknemer te beëindigen wegens disfunctioneren. Dit verzoek is afgewezen. Op uitdrukkelijk verzoek van de werkgever is de werknemer overgeplaatst van Mijdrecht naar Gorinchem.
Ontslagvergunning
Binnen een jaar na de overplaatsing verkrijgt de werkgever een ontslagvergunning voor de werknemer wegens bedrijfseconomische redenen. De werknemer meent dat het ontslag kennelijk onredelijk is omdat het afspiegelingsbeginsel niet per locatie maar over de gehele onderneming had moeten worden toegepast. Bovendien is er volgens hem sprake van een voorgewende of valse reden, die is gelegen in de overplaatsing naar de locatie in Gorinchem.
Afspiegelingsbeginsel correct
De kantonrechter is van oordeel dat het afspiegelingsbeginsel correct is toegepast omdat de diverse locaties zelfstandig opereren. Ook meent hij dat er geen sprake is van een voorgewende of valse reden omdat de wijze waarop zou worden gereorganiseerd nog niet bekend was toen de werknemer werd overgeplaatst.
Overplaatsing
Tóch acht de kantonrechter het ontslag kennelijk onredelijk omdat de werknemer op basis van het afspiegelingsbeginsel niet zou zijn ontslagen als hij niet was overgeplaatst naar de locatie Gorinchem. Deze overplaatsing was op uitdrukkelijk verzoek van de werkgever en volgde kort na een afgewezen verzoek om een ontslagvergunning wegen disfunctioneren.
Ontbindingsprocedure
Opmerkelijk is dat de rechter bij het bepalen van de vergoeding aansluiting zoekt bij de kantonrechtersformule om een vergelijkbare uitkomst te verkrijgen als in een ontbindingsprocedure.
Kantonrechtersformule
Dit is opmerkelijk omdat dit niet aansluit bij het Gerechtshof Den Haag, die de kantonrechtersformule minus 30 procent hanteert bij het bepalen van een vergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag. Ook valt op dat niet wordt aangesloten bij de recent geïntroduceerde nieuwe formule bij kennelijk onredelijk ontslag door de Gerechtshoven Den Bosch, Amsterdam en Arnhem.
Kantonrechter Utrecht, 5 augustus 2009, LJN: BJ4806
Kantonrechters gaan nog steeds niet eenduidig om met kennelijk onredelijk ontslag-procedures.