In een recente uitspraak van de kantonrechter Haarlem verzocht werknemer de opzegging van zijn arbeidsovereenkomst door zijn werkgever na toestemming van het UWV te vernietigen. Hij stelde dat de opzegging in strijd was met het opzegverbod tijdens ziekte.

Art. 7:670 BW regelt het opzegverbod tijdens ziekte. Lid 1 sub b van dat artikel moet voorkomen dat werknemers “vluchten” in ziekte zodra een ontslag in de lucht hangt. Daarom mist het opzegverbod tijdens ziekte toepassing als de werknemer zich ziek meldt NADAT UWV een verzoek om de arbeidsovereenkomst te mogen opzeggen heeft ontvangen.

Het gros van de beëindigingen wegens bedrijfseconomische omstandigheden komt tot stand door middel van het sluiten van een vaststellingsovereenkomst (vso). Veel werkgevers kiezen er voor om, voordat de werknemer een vso wordt aangeboden, zekerheidshalve eerst een voorlopige aanvraag (deel A) met een uitstelverzoek bij UWV in te dienen. Na indiening van die aanvraag kan er dan worden onderhandeld over de beëindigingsvoorwaarden. Leidt dit tot een vso zal de werkgever, na het verstrijken van de bedenktermijn, de aanvraag bij UWV intrekken. Komt er geen regeling tot stand kan de werkgever de ontslagprocedure bij UWV voortzetten door formulier B en C in te sturen. Wordt toestemming verleend kan er worden opgezegd. Ook als werknemer zich dus ondertussen ziek meldde. 

In een recente uitspraak van de kantonrechter Haarlem verzocht werknemer de opzegging van zijn arbeidsovereenkomst door zijn werkgever na toestemming van het UWV te vernietigen. Hij stelde dat de opzegging in strijd was met het opzegverbod tijdens ziekte. De kantonrechter oordeelde dat van een opzegging in strijd met het opzegverbod tijdens ziekte geen sprake was. Volgens de rechter was namelijk niet gebleken dat op of voor de datum van de ontslagaanvraag bij het UWV al sprake was van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte in de zin van artikel 7:670 lid 1 BW. 

Kan de kantonrechter een arbeidsovereenkomst ontbinden wegens bedrijfseconomische omstandigheden als een werknemer zich ziek heeft gemeld tijdens of kort na een procedure bij het UWV waarin de werkgever om een ontslagvergunning heeft verzocht? Over deze vraag loopt momenteel een cassatieprocedure bij de Hoge Raad.

De Procureur-generaal concludeerde dat in een ontbindingsprocedure wegens bedrijfseconomische omstandigheden het opzegverbod tijdens ziekte geldt, als de arbeidsongeschiktheid is aangevangen voordat het verzoekschrift door de kantonrechter is ontvangen, ongeacht of de werknemer al ziek was tijdens de UWV-procedure. 

Binnenkort zal duidelijk worden of de Hoge Raad deze conclusie zal volgen.