Een werkgever hoeft niet elke forse overschrijding door een werknemer van de binnen haar onderneming geldende fatsoensnormen te accepteren. Dit betekent echter niet dat dergelijk gedrag altijd -onder alle omstandigheden- een ontslag op staande voet rechtvaardigt. Een ontslag op staande voet is alleen op zijn plaats als het gedrag van een werknemer zo ernstig is, dat van de werkgever redelijkerwijs niet gevergd kan worden dat hij de arbeidsrelatie nog voortzet. Bij het beoordelen van de ernst van de (gestelde) dringende reden dient ook rekening te worden gehouden met alle van belang zijnde omstandigheden.

Een werknemer expeditie orders is in 2001 bij Sligro in dienst getreden en op 19 mei 2011 op staande voet ontslagen wegens het uitschelden van zijn teamleider voor ‘fucking hoer’. De werknemer heeft deze uitlatingen ontkend en de vernietigbaarheid van het ontslag ingeroepen. De kantonrechter te Amsterdam heeft bij kort geding vonnis van 30 september 2011 de loonvordering en de vordering tot tewerkstelling van de werknemer afgewezen. Bij beschikking van 30 september 2011 heeft de kantonrechter te Amsterdam wel de arbeidsovereenkomst, onder voorbehoud dat deze nog zou bestaan, tussen partijen ontbonden met ingang van 1 november 2011, met toekenning van een vergoeding van de werknemer.

 

Werkverhouding al geruime tijd verstoord

In deze bodemprocedure vordert de werknemer een verklaring voor recht dat het ontslag op staande voet nietig is en betaling van zijn loon over de periode van 19 mei 2011 tot 1 november 2011. Ook vordert hij een bedrag van € 1.000 dat Sligro ten onrechte bij zijn eindafrekening zou hebben ingehouden ter zake een fictieve schadevergoeding. De werknemer ontkent de uitspraak ‘fucking hoer’ te hebben gedaan en stelt dat de werkverhouding tussen de teamleider en een groot aantal collega’s al geruime tijd ernstig verstoord was door de vijandige manier van communiceren van de teamleider. Omdat de directie van Sligro, ondanks verzoeken van personeelsleden, niets hiertegen deed, heeft een groep werknemers zelfs een petitie ingediend. De werknemer in de onderhavige zaak had bij het opstellen van deze petitie een grote rol gespeeld. Sligro heeft verweer gevoerd en gesteld dat de werknemer, door zijn leidinggevende uit te schelden zoals hij heeft gedaan, gehandeld heeft in strijd met elke denkbare fatsoensnorm. Sligro heeft daarbij verwezen naar verschillende getuigenverklaringen. Sligro acht deze handelwijze onacceptabel. Het ontslag op staande voet zou derhalve terecht zijn gegeven.

 

Ontslag op staande voet geen proportionele sanctie

De kantonrechter te Amsterdam laat in deze bodemprocedure het gegeven ontslag op staande voet niet in stand en overweegt dat in de gegeven omstandigheden het ontslag op staande voet geen proportionele sanctie ten opzichte van de verweten gedraging van de werknemer was. Sligro had in de gegeven omstandigheden, nadat zij zich op de situatie had beraden, met een minder zware sanctie kunnen en moeten volstaan.

 

De kantonrechter stelt dat een werknemer in beginsel een collega of zijn leidinggevende niet voor ‘fucking hoer’ behoort uit te maken. Terecht heeft Sligro opgemerkt dat de werknemer hiermee de normen van fatsoen heeft overschreden en dat een maatregel in een dergelijk geval op zijn plaats is. Sligro behoeft dergelijk gedrag van een werknemer niet te tolereren. De kantonrechter is het alleen niet met Sligro eens dat het gebruik van deze woorden altijd, en onder alle omstandigheden, een ontslag op staande voet rechtvaardigt. De kantonrechter dient bij de beoordeling van de gestelde dringende reden rekening te houden met alle van belang zijnde omstandigheden. In deze zaak was er al langere tijd sprake van een gespannen verhouding tussen de werknemer en een groep collega’s en de leidinggevende, die onder meer bleek uit een door de werknemers aan de directie aangeboden petitie over de vijandige houding van de leidinggevende. Ook werd door de kantonrechter meegewogen dat de werknemer ruim 10 jaar in dienst was en niet was gebleken dat de werknemer zich eerder onbeleefd had uitgelaten. De door de werknemer ingestelde loonvordering tot de datum van de ontbinding is onder voorbehoud toegewezen. Ook de vordering ter zake de ten onterechte ingehouden fictieve schadevergoeding is toegewezen.

 

Sector kanton Rechtbank Amsterdam, 6 september 2012, LJN: BX7330

 

Tip

Werkgevers opgelet; niet alleen de misdraging zelf van een werknemer kan genoeg aanleiding vormen om hem op staande voet te ontslaan. Bij het beoordelen van de ernst van de (gestelde) dringende reden dient ook rekening te worden gehouden met alle van belang zijnde omstandigheden, zoals bijvoorbeeld de aard en de duur van de arbeidsovereenkomst, eerdere gedragingen en persoonlijke omstandigheden.