Als een werknemer ontslagen wordt wegens bedrijfseconomische redenen, voert hij aan dat het ontslag kennelijk onredelijk is. Alle feiten en omstandigheden rondom zijn zaak maakt hij niet bekend bij het uitbrengen van de dagvaarding, maar pas bij de conclusie bij de kantonrechter.

 Een werknemer is ruim 18 jaar werkzaam als vertegenwoordiger als zijn dienstverband met een ontslagvergunning wordt opgezegd wegens bedrijfseconomische redenen. De bedrijfseconomische redenen bestonden uit het feit dat de vennootschap van de werkgever alle activiteiten staakte. Het bedrijf was al jarenlang verlieslatend. De feitelijke eigenaar van het bedrijf was inmiddels 70 jaar geworden en hij had geen bedrijfsopvolger. En er bestonden geen redenen meer om extra te investeren in het bedrijf.

 

Opzegging is kennelijk onredelijk

Volgens de werknemer zijn de gevolgen van de opzegging voor hem te ernstig in vergelijking met het belang van werkgever en is er sprake van kennelijk onredelijk ontslag. Daartoe stelt hij dat zijn positie op de arbeidsmarkt na 18 jaar dienstverband met eenzijdige werkervaring, op 53-jarige leeftijd slecht is te noemen terwijl voor hem geen passende voorziening is getroffen. Vervolgens brengt de werknemer pas bij conclusie van repliek nieuwe feiten en omstandigheden naar voren die in zijn visie leiden tot de conclusie dat de opzegging kennelijk onredelijk is.

 

Werknemer heeft onvoldoende voldaan aan stelplicht

De kantonrechter onderzoekt of de opzegging kennelijk onredelijk is en of aan de werknemer een schadevergoeding moet worden toegekend. Daarbij is van belang dat voor toewijzing van de schadevergoeding, de werknemer alle relevante feiten en omstandigheden stelt. Nu niet is gesteld of gebleken dat de pas bij conclusie van repliek nader aangevoerde nieuwe feiten en omstandigheden niet al bekend waren bij het uitbrengen van de dagvaarding, is deze wijze van procederen in strijd met de goede procesorde. De werknemer heeft daarom in onvoldoende mate voldaan aan deze stelplicht, aldus de kantonrechter.

 

De vordering wordt afgewezen. De bij dagvaarding aangevoerde algemene stellingen, zoals hiervoor verwoord, kunnen niet leiden tot de conclusie dat sprake is van kennelijk onredelijk ontslag.

 

Rechtbank Breda, sector kanton, 17 november 2010 (LJN: BO4398)

 

Te algemene stellingen (leeftijd, arbeidsmarktpositie) leiden niet snel tot de conclusie dat sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag. Daarvoor dienen nadere individuele feiten en omstandigheden te worden gesteld. Een procespartij dient dat direct in een procedure naar voren te brengen, anders kan het – zoals in deze zaak – verkeerd aflopen.