Een werkneemster van een bedrijf in internationale handel in alcoholhoudende dranken laat aan haar werkgever weten dat zij de organisatie wil verlaten. Na ontruiming van haar werkplek stuurt zij een e-mail naar een aantal klanten waarin zij bericht dat zij op dat moment niet in de gelegenheid is om zaken met hen te doen, maar in de toekomst wel via haar eigen bedrijf in precies dezelfde branche. Ook heeft zij e-mail van klanten met bijlagen doorgestuurd naar haar privé mailadres.
Beding
In het arbeidscontract was een concurrentiebeding opgenomen waar ook in stond dat het beding niet gold als de werkgever de arbeidsovereenkomst zou opzeggen. Daarnaast was een relatiebeding overeengekomen.
Verstoorde arbeidsverhouding
Werkgever verzoekt bij de kantonrechter ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens dringende reden en vordert in kort geding een dwangsom. Werkneemster vordert op haar beurt schorsing van het concurrentiebeding. Zij stelt dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding.
Dringende reden
De rechtbank oordeelt dat de werkneemster zelf weg wil bij de werkgever en kennelijk van plan is te concurreren met werkgever door relaties te benaderen. Het concurrentie- en relatiebeding wordt gehandhaafd en de vordering tot verbeuring van een dwangsom wordt toegewezen. Tevens wordt het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen op grond van een dringende reden.
Duidelijk blijkt weer eens het belang van een concurrentie- en relatiebeding. Let wel goed op de formulering van het beding en laat u adviseren door een juridisch specialist, want anders kan er een vervelende impasse ontstaan. Opnemen dat het beding niet geldt bij opzegging door werkgever leidt in de regel snel tot problemen.
Rechtbank Groningen, 2 juni 2009, LJN: BI708