De voorgenomen hervorming van het ontslagrecht gaat waarschijnlijk al in op 1 juli 2015 in. Een half jaar eerder dan in het Sociaal Akkoord tussen sociale partners en kabinet op 11 april 2013 was afgesproken. De preventieve toets voor ontslag blijft gehandhaafd. Ook blijven twee routes voor ontslag bestaan, waarbij de reden van het ontslag straks de route bepaalt.

Bedrijfseconomische redenen en langdurige ziekte

Werkgevers kunnen terecht bij UWV voor ontslag wegens bedrijfseconomische redenen en
langdurige ziekte. Bij cao kan worden besloten tot (verplichte) toetsing bij ontslag door een zelf
in te stellen sectorcommissie. Dit onderdeel wordt nader uitgewerkt met de sociale partners.
Ook kan bij cao onder daarbij te stellen voorwaarden worden afgeweken van het
afspiegelingsbeginsel (last in first out per categorie uitwisselbare functies per leeftijdscohort)
als die cao voorziet in een commissie die voorgenomen ontslagen om bedrijfseconomische
redenen toetst. Dit kan dus betekenen dat er verschillen in toetsing gaan ontstaan tussen UWV
aan de ene kant en dergelijke ontslagcommissies aan de andere kant. Een werknemer kan de
kantonrechter verzoeken een vergoeding toe te kennen als hij van mening is dat hij, met
toestemming van het UWV, ten onrechte is ontslagen wegens langdurige ziekte. Het is
opvallend dat geen vergoeding mogelijk is ingeval van een (volgens de werknemer) niet terecht
ontslag, met toestemming van het UWV, op grond van bedrijfseconomische omstandigheden.
Een werknemer die geen herstel van het dienstverband wenst, maar vindt dat hij recht heeft op
een (hogere) vergoeding of van mening is dat de ontslagvergunning ten onrechte is verleend,
lijkt hiermee tussen wal en schip te vallen.

Persoonlijke redenen

Bij ontslag om persoonlijke redenen, denk aan een verstoorde arbeidsverhouding, dient de
kantonrechter te worden ingeschakeld. Bij een negatieve beslissing door UWV kan de werkgever de kantonrechter om ontbinding verzoeken (waarbij de rechter toetst aan dezelfde criteria als UWV). In feite fungeert de rechter dan als een
beroepsinstantie.
Bij ontslag na een positieve beslissing van UWV kan de werknemer de rechter verzoeken om herstel
van de arbeidsovereenkomst. Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechter wordt mogelijk conform
regulier procesrecht. Dit laatste is nieuw nu er thans wettelijk is geregeld dat behoudens enkele zeer
incidentele uitzonderingen hoger beroep en cassatie van een beschikking van de kantonrechter met
betrekking tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst ex artikel 7:685 BW niet mogelijk is. UWV
handelt in principe de ontslagaanvragen binnen 4 weken af, uiteraard voor zover een zorgvuldige
afhandeling hieraan niet in de weg staat.

Lees meer in de gratis whitepaper Ontslagrecht 2014