In 1998 heeft de Hoge Raad een regel ontwikkeld dat de werknemer op een redelijk voorstel tot wijziging van de arbeidsovereenkomst in het algemeen positief behoort te reageren. Daarnaast is er artikel 7:613 BW, dat de mogelijkheid regelt voor een werkgever om de inhoud van een arbeidsovereenkomst eenzijdig te wijzigen. Dit wijzigingsbeding moet schriftelijk worden overeengekomen.
Geen overeenstemming met werkgever
Een bedrijf wordt overgenomen en de technisch directeur van het overgenomen krijgt een functie van adviseur/tweede man in de nieuwe organisatie aangeboden. Hij accepteert deze functiewijziging niet en kan geen overeenstemming bereiken met zijn werkgever. Hij schort zijn arbeidsverplichtingen op, maar vordert wel doorbetaling van het loon en twee bonussen. De werkgever staakt loonbetaling.
Twee eisen
De kantonrechter wijst de vordering tot loondoorbetaling af. Ook het hof kwam tot de conclusie dat de werkgever een redelijk en aanvaardbaar voorstel voor een andere functie had gedaan. De Hoge Raad herhaalt het standpunt uit 1998, en voegt daaraan toe dat het accent niet eenzijdig mag worden gelegd op hetgeen van de werknemer in een dergelijke situatie mag worden verwacht. De werkgever moet aan twee eisen voldoen: er moet voldoende aanleiding zijn om de arbeidsovereenkomst te wijzigen en het voorstel moet redelijk zijn. Als een wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst is opgenomen, is een werknemer eerder gehouden mee te werken aan de wijziging van arbeidsvoorwaarden.
Uit de uitspraak kan tevens worden opgemaakt dat aan wijzigingen in de arbeidsovereenkomst voor groepen werknemers minder strenge eisen worden gesteld.