Dat blijkt ook uit een zaak die vorige maand werd behandeld bij de Rechtbank in Almelo (LJN: BC4950). Een werknemer werkt sinds 1 januari 2006 als European Manager Sales & Marketing. Op 24 september deelt de werkgever hem mee dat het bedrijf ontevreden is over zijn functioneren, dat er geen vertrouwen is dat zijn functioneren in de toekomst verbetert en dat er zo snel mogelijk een einde aan de arbeidsovereenkomst moet komen.
Depressie
Vier dagen later meldt de werknemer zich ziek. De bedrijfsarts constateert onder meer pijn op de borst, hartritmestoornissen en depressie en verklaart hem volledig arbeidsongeschikt. Ondanks de ernst van de klachten en het advies van de bedrijfsarts de werknemer met rust te laten, bestookt de werkgever hem met juridische procedures. Dit laatste helpt niet. De rechter oordeelt dat er sprake is van een opzegverbod en dat de werkgever moet wachten met een nieuw verzoek tot ontbinding totdat de werknemer volledig is hersteld.
Opzegverboden
Artikel 7:685BW onderscheidt twee typen opzegverboden: die wegens een bepaalde omstandigheid (bijvoorbeeld lidmaatschap van een vakbond) en die tijdens een bepaalde periode (bijvoorbeeld ziekte). Bij dit laatste type hoeft de ontbindingsgrond geen verband te houden met de ziekte. Alleen in bijzondere omstandigheden, zoals het bestaan van arbeidsconflicten of ernstig disfunctioneren, kan ondanks ziekte toch ontbinding worden aangevraagd. In dat geval moet er voldoende juridische grondslag zijn.