De overheid introduceerde 1 april 2009 de deeltijd-WW; een hulpregeling voor gezonde bedrijven die door de crisis te kampen hebben met een sterk teruggelopen omzet. In plaats van ontslaan kunnen ze hun werknemers gedeeltelijk in de WW parkeren. De regeling was zo populair dat al op 23 juni 2009 het hiervoor vrijgemaakte geld op was.
Verscherping van de regels
De regeling werd vervolgens vanaf juli 2009 in een versoberde vorm weer toegankelijk voor bedrijven. Conform de laatste regels kunnen bedrijven nu minder snel aanspraak maken op de deeltijd-WW en er minder lang gebruik van maken.
In eerste instantie geldt de regeling voor 3 maanden, waarna er maximaal 4 keer verlengt mag worden. Een bedrijf kan totaal dus maximaal 15 maanden gebruikmaken van de deeltijd-WW.
Tot 1 april van dit jaar kunnen bedrijven nog een aanvraag doen. Dit houdt in dat werknemers tot maximaal 1 juni in de deeltijd-WW kunnen zitten.
Aanvraag deeltijd-WW gedaald
Het ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid geeft aan dat begin december 2009 bijna 40.000 mensen in de deeltijd-WW zaten.
Om een run op de regeling te voorkomen wil het ministerie geen recente cijfers geven. Deze voorzorg lijkt onterecht: het heeft er eerder schijn van dat de daling die vorig jaar is ingezet voortduurt. De regeling was voornamelijk net na de invoering populair, in april 2009. Voor de zomer vroegen ongeveer 2300 bedrijven deeltijd-WW aan. Na de zomer kwamen daar 1500 bedrijven bij.
Plaatsingspercentage gedaald
Wanneer er voor een groot aantal werknemers een deeltijd-WW wordt aangevraagd, worden de vakbonden erbij betrokken. FNV Bondgenoten geeft aan dat het aantal aanvragen stabiliseert. Bedrijven kunnen medewerkers voor tussen de 20 en de 50 procent in de deeltijd-WW plaatsen. Was in het begin dit percentage nog maximaal, nu geldt er steeds vaker een aanvraag voor 20 procent. Met name in de sectoren industrie, metaal en groothandel en bij architectenbureaus zitten werknemers in de deeltijd-WW.
Tip: alle regels rondom de deeltijd-WW vindt u hier.