Werkgevers hebben in 2007 bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) en de kantonrechter voor 57.530 werknemers ontslag aangevraagd. Dat is een daling van 44 procent ten opzichte van 2006. Minder dan de helft (27.547) van de ontslagaanvragen liep via het CWI.

Bij de kantonrechter kwamen 29.983 ontbindingsverzoeken binnen. De daling van het aantal ontslagaanvragen in 2007 was bij het CWI ongeveer even groot als bij de kantonrechter (43 respectievelijk 45 procent minder dan in 2006). Dit blijkt uit de Jaarrapportage Ontslagstatistiek 2007 die minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

 

Bedrijfseconomische redenen

De daling van het aantal ontslagen komt vooral door de aantrekkende economie, blijkt verder uit de rapportage. Het aantal ontslagaanvragen bij het CWI om bedrijfseconomische redenen daalde in 2007 met 49 procent; de rapportage bevat geen nadere gegevens over de ontslagaanvragen bij de kantonrechter. Verder dienden werkgevers in 2007 ook beduidend minder (34 procent) dan in 2006 een ontslagaanvraag bij het CWI in vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid.

 

Daadwerkelijk ontslag

Net als in eerdere jaren leidde de overgrote meerderheid van de ontslagaanvragen ook in 2007 daadwerkelijk tot ontslag. Het CWI verleende in 2007 bij 82 procent van de aanvragen een ontslagvergunning en weigerde die in 8 procent van de gevallen. Bij 11 procent trok de werkgever de aanvraag in.

 

Vormen van ontbinding

De cijfers in de Jaarrapportage Ontslagstatistiek 2007 geven overigens geen volledig beeld van het totaal aantal beëindigde arbeidsovereenkomsten, omdat arbeidsrelaties niet alleen via CWI of kantonrechter worden beëindigd. Andere manieren waarop een arbeidsovereenkomst kan eindigen zijn door ontslag tijdens proeftijd, op staande voet, van rechtswege (bijvoorbeeld bij afloop van een tijdelijk contract), met wederzijds goedvinden en door beëindiging van een uitzendcontract.