Op de stelling ‘Mensen moeten zelf kunnen kiezen wanneer de AOW ingaat. De uitkering wordt dan aangepast’ geeft 34,3 procent van de ondervraagden aan het een beetje eens te zijn. 26,8 procent van de ondervraagden is het geheel eens met de stelling. Het zijn vooral 45-plussers die er de voorkeur aan geven zelf te kunnen kiezen wanneer de AOW ingaat.
Uit het onderzoek is verder gebleken dat mensen weinig kennis hebben over de basispensioen. Ze blijken niet goed op de hoogte van de AOW:
- Tweederde van de ondervraagden zegt dat de AOW voor iedereen gelijk is.
Dit is een fout antwoord omdat de hoogte van de AOW afhangt van de leefsituatie en van het aantal jaren dat iemand voor zijn 65e in Nederland heeft gewoond.
- 40 procent van de ondervraagden denkt dat iedereen die vanaf zijn 65e in Nederland woont AOW krijgt.
Ook dit antwoord is onjuist. Om de AOW te krijgen hoeft men na de 65-jarige leeftijd niet in Nederland te wonen. Wel is het belangrijk dat men voor het bereiken van de 65-jarige leeftijd in Nederland heeft gewoond.
- Een op de zeven ondervraagden denkt dat de AOW omlaag gaat als iemand veel pensioen heeft.
Dit is niet juist. De hoogte van de AOW is onafhankelijk van ander inkomen.
Ruim 60 procent van de ondervraagden is het een beetje of volledig eens met de stelling dat rijke ouderen mee moeten betalen aan de AOW. Slechts 18 procent is het geheel oneens met deze stelling.
Hoe zit het met VUT/prepensioen?
Het kabinet draagt niet langer fiscaal bij aan het stoppen met werken voor het bereiken van de leeftijd van 65 jaar. Het belastingvoordeel voor VUT- en prepensioenregelingen is in 2006 vervallen voor mensen die op 1 januari 2005 jonger zijn dan 55 jaar. Opgebouwde rechten worden hierbij niet aangetast. Mensen die 40 jaar in een pensioenregeling hebben deelgenomen, mogen door de nieuwe maatregelen vanaf 63 jaar met pensioen. Als deze mensen daarnaast maximaal sparen via de levensloopregeling kunnen zij met 60 jaar stoppen met werken.