Een werkneemster komt medio december 1999 vanuit India naar Nederland. Zij gaat inwonen bij mensen die geen familie van haar zijn. De vader van de werkneemster heeft in India tegenover een notaris verklaard dat afgesproken is dat zij tegen een vergoeding huishoudelijk werk zou gaan verrichten en voor de kinderen zou gaan zorgen. Bovendien zou zij in Nederland onderwijs mogen gaan volgen. Over de werktijden en de beloning zijn geen afspraken gemaakt. Op het moment van binnenkomst in Nederland was de werkneemster 13 jaar oud.

In eerste instantie heeft de kantonrechter geoordeeld dat sprake is van een arbeidsovereenkomst en dat Indiaas recht van toepassing is omdat de uitvoering van de arbeidsovereenkomst in Indiase sferen plaatsvindt.

In hoger beroep oordeelt het Hof Den Haag dat Nederlands recht van toepassing is omdat de arbeid in Nederland is verricht. De werkneemster heeft gewerkt zonder daar loon voor ontvangen te hebben. Omdat geen afspraken zijn gemaakt over de arbeidstijden wordt op grond van de Wet Minimumloon voor de normale arbeidsduur 40 uur per week aangehouden.

 

Minimumloon voor overuren

De werkneemster heeft echter excessief lange werkdagen gemaakt zodat het Hof de ‘boven WML-uren’ eveneens vaststelt op 40 uren per week. Voor deze uren is in de wet niets geregeld en ook is tussen de werkgever en de werkneemster geen contractuele afspraak gemaakt. Het Hof beslist dat op deze uren ook het minimumloon moet worden toegepast. Aan de werkneemster wordt loon toegekend over 80 uur per week, evenals vakantiegeld en vergoeding voor niet genoten, opgebouwde vakantiedagen. Hierop wordt in mindering gebracht een bedrag van EUR 6.728,40 (bruto) in verband met kost en inwoning.

 

Hof Den Haag, 9 oktober 2012, LJN: BX9769