Het nieuwe bezoldigingsmaximum zal al op 1 januari a.s. gaan gelden. Voor topfunctionarissen die nu nog meer verdienen dan het maximum zal een overgangsregeling gelden. Deze overgangsregeling houdt in dat, als een topfunctionaris al voor de inwerkingtreding van ministeriële regeling aanspraak had op een bezoldiging die het oude maximum te boven ging, de bezoldiging gedurende vier jaar wordt gerespecteerd en dat deze in drie jaar moet worden afgebouwd naar het oude maximum. Vervolgens dient de bezoldiging in twee jaar te worden afgebouwd naar het nieuwe maximum. Voor de topfunctionaris die een bezoldiging ontvangt die hoger is dan het nieuwe maximum, maar gelijk of lager aan het oude maximum, geldt dat deze bezoldiging gedurende vier jaar zal worden gerespecteerd en vervolgens in drie jaar tijd teruggebracht moet worden naar het nieuwe maximum.
Voor zorginstellingen, zorgverzekeraars en woningbouwcorporaties geldt dat de (sectorale) bezoldigingsnormen in 2015 nog niet zullen worden aangepast aan het nieuwe bezoldigingsmaximum. Uit de brief van Stef Blok (Minister van Wonen en Rijksdienst) en de brief van Edith Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) blijkt dat zij de resterende termijn tot 1 januari 2015 te kort achten om nog in 2014 op een zorgvuldige wijze te komen tot een evenwichtige indeling in klassen met bijbehorende bedragen voor de zorgsector en de woningcorporaties. Zij zullen pas een nieuwe staffel vaststellen voor het jaar 2016.
Naast de verlaging van het bezoldigingsmaximum zal in de toekomst ook de reikwijdte van de WNT worden aangepast. Niet alleen topfunctionarissen zullen hieronder komen te vallen, maar ook alle andere medewerkers in de (semi)publieke sector. De beoogde invoeringsdatum voor deze wijziging is 1 januari 2017. Een wetsvoorstel is echter nog niet gepubliceerd.