De loonstijgingen die vakbonden en werkgevers in augustus met elkaar afspraken, komt uit op 1,3 procent. Deze loonstijging valt iets lager uit dan de gemiddelde loonstijging van alle zogenaamde ‘2013-akkoorden’ – dat is inclusief een aantal cao’s die eind 2012 werden afgesloten – van 1,4 procent. Dit 2013-gemiddelde van 1,4 procent ligt weer lager dan de 1,6 procent voor 2012-akkoorden en 1,7 procent voor 2011-akkoorden. De ‘triple dip’ is dus duidelijk zichtbaar in recente cao-afspraken. Bovendien is het aantal afgesloten akkoorden in de vakantiemaand traditiegetrouw beperkt (dit jaar slechts 9 akkoorden) aldus de werkgeversvereniging.
Versnelling in september?
In september barst het cao-overleg naar verwachting weer los. Veel cao-partijen die er in de eerste helft van 2013 niet uitkwamen, hebben het cao-overleg uitgesteld tot de maand september. Eind augustus blijkt dat cao-partijen er bij precies de helft van alle cao’s die in 2013 expireren in zijn geslaagd om overeenstemming te bereiken over een nieuwe cao. Dit seizoen verloopt weliswaar minder traag dan vorig jaar (toen kende 48 procent van expirerende cao’s een nieuw akkoord), maar verloopt nog steeds trager dan normaal (met gemiddeld 58 procent vernieuwde cao’s).
Opvallend is dat het gemiddelde vooral een resultaat is van twee extremen. De meest gemaakte loonstijging is op dit moment 2 procent: de meeste akkoorden (60 stuks) kennen een loonstijging van precies 2 procent op twaalfmaandsbasis. De meeste 2 procent-akkoorden (50 stuks) komen hoofdzakelijk voor in de industriesector. Daarna is de meest voorkomende loonafspraak 0 procent (33x).
Loonafspraken 2014
Op Prinsjesdag komt het CPB met nieuwe ramingen voor de contractloonstijging in 2014. Het CPB baseert deze raming enerzijds op de gemiddelde loonsverhoging in grote cao’s die een looptijd hebben t/m 2014 en anderzijds op een raming waarbij onder andere verwachte wijzigingen in de inflatie, de arbeidsproductiviteit, de sociale lasten voor werknemers en voor werkgevers en het werkloosheidspercentage een belangrijke rol spelen.
Bij AWVN zijn 77 cao’s bekend die over heel kalenderjaar 2014 doorlopen. Voor deze cao’s ligt de loonstijging in 2014 dus vast. Deze cao’s gelden voor bijna 450.000 werknemers (grofweg 7,5 procent van alle cao-werknemers). Als we de loonafspraken in deze cao’s berekenen volgens de CPB-methodiek, dan komen we uit op een gemiddelde loonstijging van 1,2 procent op jaarbasis. De meest voorkomende loonafspraak voor 2014 is, net als in 2013, 2 procent.
Achter het gemiddelde voor 2014 blijkt, net als in 2013, een sterk sectorale differentiatie schuil te gaan: 1,9 procent op niveaubasis (34 cao’s) in de industrie; 1,0 procent op niveaubasis (43 cao’s) in de dienstensector.