De reactie van SRA richt zich vooral de werkkostenregeling, gebruikelijkloonregeling en levensloopregeling.
Hoewel tijdens de gesprekken op het ministerie bleek dat er geen draagvlak zou zijn voor een bredere invulling van het noodzakelijkheidscriterium, blijft SRA van mening dat nog steeds sprake is van enkele tekortkomingen die eenvoudig opgelost kunnen worden.
Werkkostenregeling
Via de bredere invoering van het noodzakelijkheidscriterium kan volgens SRA het werkplekcriterium ingevuld worden zodat problemen bij onder meer parkeerplaatsen en werkplekken thuis oplosbaar zijn. SRA noemt het ‘merkwaardig’ dat de fiscale behandeling van parkeerplaatsen rondom het werk anders is voor die op eigen terrein en die in bijvoorbeeld een parkeergarage. ‘Ook in een tijd van het nieuwe werken is de afwijkende behandeling van de werkplek thuis niet op zijn plaats’, aldus SRA
Naar de mening van SRA kan met een brede invoering van het noodzakelijkheidscriterium bijvoorbeeld ook worden bereikt dat bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering belastingvrij kan worden verstrekt. SRA vindt het ‘onbegrijpelijk’ dat dat alleen uit de vrije ruimte onbelast vergoed kan worden, temeer ook omdat een dergelijke verzekering in die gevallen waarin die wordt afgesloten absoluut noodzakelijk is om tot invulling van vacatures te kunnen komen. SRA: ‘Door de claimcultuur is een dergelijke verzekering noodzakelijk en zou deze dus belastingvrij vergoed moeten kunnen worden.’
Levensloopregeling
SRA zet vraagtekens achter de reden van het van stal halen van de afkoopregeling voor 2015. In 2013 gold deze eenmalig. Het in 2015 laten herleven van de regeling tegen gunstigere voorwaarden, tast volgens SRA de betrouwbaarheid van de overheid aan en is slecht voor de stabiliteit van het belastingsysteem. Moeten of kunnen burgers nog wel vertrouwen op uitlatingen van de overheid dat een regeling slechts eenmalig is als deze zelfde regeling een jaar later, tegen gunstigere voorwaarden, weer herleeft? SRA is van mening dat dit de rechtszekerheid aantast.