Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) kampt met een tekort aan verzekeringsartsen. Zowel werknemers die een uitkering ontvangen als het sociale verzekeringsstelsel loopt hierdoor gevaar. Te grote werkdruk en afnemende autonomie maken het werken als verzekeringsarts bij UWV onaantrekkelijk.

Dat stelt Wim van Pelt, verzekeringsarts en voorzitter van de vakbond van UWV-artsen Novag-UWVA. De Novag werd in 2007 opgericht omdat de positie van de verzekeringsarts verslechterde. Sindsdien is het echter nog verder bergafwaarts gegaan. Bij UWV werken 700 verzekeringsartsen. Jaarlijks stromen er 50 uit en komen er maximaal tien bij. Freelancers, soms slechts basisartsen, vullen de tekorten op.

 

Geen oproepen

Volgens Van der Pelt is de werkdruk gestegen door extra administratieve handelingen en neemt de autonomie van artsen af als ze niet zelf bepalen of cliënten opnieuw opgeroepen worden. Verder is de koopkracht sinds 2002 met 20 procent gedaald; het salaris steeg niet, de eigen pensioenbijdragen wel. Van Pelt is bang dat straks niemand meer verzekeringsarts wil worden. Voorts ontvangen klanten soms al jaren ten onrechte een uitkering omdat ze niet opnieuw opgeroepen zijn. Mensen met een uitkering wegens psychische problemen als angstklachten moeten elke paar maanden opnieuw beoordeeld worden, maar worden vaak niet eens meer opgeroepen. Na te lang thuiszitten worden hun problemen onbehandelbaar.

 

Noodklok

Zijn vakbond overlegt hierover al jaren met UWV en heeft ook bij demissionair minister Donner de noodklok geluid. Volgens Van Pelt moeten artsen op korte termijn meer autonomie krijgen, betere arbeidsvoorwaarden en minder administratieve taken. Als teveel mensen ten onrechte een uitkering krijgen, tast dit het draagvlak voor de sociale zekerheid aan. Als het stelsel verder wordt uitgekleed, komen meer zieke werknemers in de bijstand terecht.