De rechter oordeelde dat de kern van een arbeidsovereenkomst – het recht op het afgesproken loon tegenover het recht op de afgesproken arbeid – niet eenzijdig aangetast mag worden.: ‘Het loon is immers de meest primaire prestatie van de werkgever’, aldus de rechter.
Het bedrijf had tijdens eerdere reorganisaties al een aantal secundaire arbeidsvoorwaarden versoberd. Later kregen de werknemers een verklaring voorgelegd om tien procent van het bruto salaris in te leveren.