Uit de Verkenning loonsomheffing blijkt dat het uniform loonbegrip (2013) alleen levensvatbaar is, als de inkomstenbelasting, de toeslagen en de loonheffingen eerst drastisch worden vereenvoudigd. Alleen dan kan aan alle drie de randvoorwaarden van het uniform loonbegrip worden voldaan: lastenreductie voor bedrijven, uitvoeringsinstanties en burgers.

De Verkenning Loonsomheffing ligt inmiddels bij de Tweede Kamer. De wetgever bestudeert op hoofdlijnen hoe een eenvoudiger stelsel van ‘heffen in het loondomein’ zou moeten werken. Daarbij gaat het om de loonsomheffing, waarbij werkgevers niet per werknemer belasting en premies berekent, maar in één keer een vast tarief over de totale loonsom afdraagt.

 

De regering wil voorkomen dat de loonsomheffing op zich leidt tot een verschuiving van administratieve lasten en uitvoeringskosten van werkgevers naar burgers en uitvoeringsorganisaties. Vereenvoudigingen in de heffing van inkomstenbelasting en in de uitvoering van de toeslagen zijn dus voorwaardelijk voor de loonsomheffing.

 

Tweesporenaanpak

De loonsomheffing kan pas definitief en volledig worden ingevoerd als de IB en de toeslagen op de schop zijn geweest. Aan beide sporen wordt echter tegelijkertijd gewerkt, dus enerzijds verkenning van de vereenvoudiging van de inkomstenbelasting en toeslagen en anderzijds de vereenvoudiging van het loondomein in de richting van een loonsomheffing.

 

Wist u dat

Via de loonheffingen de door de werkgevers afgedragen loonbelasting, premie voor de volksverzekeringen, premies voor de werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet bijna de helft van het totaal aan inkomsten van het Rijk  naar de schatkist en de sociale zekerheidsfondsen stromen?