Hoewel alle respondenten* van het onderzoek duurzame inzetbaarheid belangrijk vinden, en dan niet op de lange termijn maar nu speelt langer doorwerken nauwelijks een rol. Met de stelling ‘De grootste uitdaging voor het realiseren van duurzame inzetbaarheid is dat medewerkers langer door willen werken’ is slechts 5 procent het eens. De stelling ‘Het moet minder vanzelfsprekend worden dat salaris meestijgt met je leeftijd’ krijgt echter wel bijval, 65 procent van de respondenten is het hiermee eens. Waarbij ze wel vaak aantekenen dat hun salaris sowieso niet meer stijgt, omdat ze aan het einde van hun schaal zitten.
Beleid
Het onderzoek was vooral populair onder 45-plussers; 70 procent van de respondenten viel in deze categorie. De onderzoekers zien hier een reden in dat zij wellicht niets zien in langer doorwerken. Maar ook hun werkgevers blijken nauwelijks op langer doorwerken in te zetten. Op de stelling ‘Mijn organisatie voert beleid om langer doorwerken te stimuleren’ antwoordt namelijk slechts een kleine 27 procent met ja.
Persoonlijk ontwikkelbudget
Interventies die wel hoog scoren zijn vergroten van de eigen verantwoordelijkheid voor werk en loopbaan (bijna 47 procent) en trainen in deze thema’s van leidinggevenden (48 procent). Het hoogst scoort een persoonlijk ontwikkelbudget, gericht op langer, gezonder en anders werken. Daarvoor kiest 60 procent.
Nieuwe baan
Over de eigen inzetbaarheid is men redelijk positief. In het antwoord op de vraag ‘Stel dat u morgen uw baan verliest, binnen welke termijn verwacht u dan een nieuwe baan te vinden?’, schat 34 procent binnen een halfjaar weer aan de slag te zijn en 36 procent zelfs binnen drie maanden.
Werkgeversimago
Maar over de eigen organisatie is men somberder. Een meerderheid (60 procent) denkt dat het voor de eigen werkgever lastig wordt om aantrekkelijk te blijven op de arbeidsmarkt. Uit de toelichtingen blijkt dat dit vooral geldt voor sectoren als de bouw, het onderwijs, de overheid en de zorg.
* De respondenten werken voor een groot deel bij de afdeling P&O (31 procent) of zijn betrokken bij arbo en veiligheid (19 procent), en dan voor het merendeel bij de overheid (17 procent), in de gezondheidszorg (18 procent) of in de overige zakelijke dienstverlening (20 procent). Bijna de helft (46 procent) is afkomstig uit organisaties met meer dan vijfhonderd werknemers.