Dit blijkt uit berekeningen van HR- en salarisdienstverlener ADP op basis van de belastingtarieven, pensioen- en andere premies en heffingen van 2013. Doordat de inkomstenbelasting voor de eerste schijf wordt verhoogd van 33,1% naar 37%, gaan lagere inkomens er in 2013 netto iets op achteruit. Vanaf een bruto-inkomen van 1.750 euro per maand gaat het nettoloon juist omhoog. Werknemers met een modaal inkomen houden 25 euro extra over; bij 1,5 keer modaal is dit zelfs zo’n 38 euro.
Arbeidskorting
Bij een brutoloon van 3.500 euro per maand is het voordeel het grootst: netto blijft er 40 euro per maand meer over. Brutosalarissen hoger dan 3.500 euro krijgen te maken met de teruglopende arbeidskorting, waarmee een deel van het voordeel op de belasting weer teniet wordt gedaan. Zo gaat iemand met een bruto-inkomen van twee keer modaal er netto zo’n 20 euro op vooruit.
De afbouw in de arbeidskorting loopt terug van 1.723 euro bij een bruto jaarloon van 37.267 euro naar 550 euro bij een brutoloon van 64.420 euro. Mensen met een hoger inkomen (vanaf 5.500 euro per maand) leveren op jaarbasis zo’n 1.000 euro netto in. De arbeidskorting voor deze inkomens gaat terug van 1.533 euro (2012) naar 550 euro (2013) netto per jaar.
Pensioenpremies
Met name in de Bouw drukken branche gerelateerde premies, zoals de toegenomen arbeidsongeschiktheidspremie, het netto voordeel. De nettolonen van anderhalf keer modaal gaan er in deze sector iets meer dan 10 euro op vooruit. In andere sectoren gaan deze werknemers er tussen de 31 en 39 euro op vooruit. Twee keer modaal levert in de Bouw zelfs 20 euro in op het nettoloon.
Op de sector Metaal en Techniek hebben de pensioenpremies het minste vat. De grootste stijging ligt daar bij werknemers met een brutoloon van 3.500 euro: zij houden maandelijks netto 41 euro meer over dan in 2012. Dit is in overeenstemming met het algemene beeld (nettoloon na aftrek belasting; berekening exclusief pensioen- en andere werknemerspremies).
Bij de berekeningen is uitgegaan van de pensioenregelingen van ABP, Zorg en Welzijn (voorheen PGGM), Bouw en Metaal en Techniek. Waar wordt gesproken over pensioenpremies, zijn ook andere branche gerelateerde inhoudingen zoals WIA-bodem en WGA-hiaat verzekering in de berekeningen opgenomen. ABP pensioenregelingen gelden voor diverse sectoren. ADP is uitgegaan van de sector ‘overheid, onderwijs’. Voor Zorg en Welzijn is gekeken naar ‘kinderopvang’. Voor de sector Bouw is gerekend met lonen per vier weken.