Dit blijkt uit berekeningen van HR- en salarisdienstverlener ADP. Binnen de algehele netto stijgingen zit een dip bij lonen van anderhalf keer modaal: die gaan er slechts 6 euro per maand op vooruit.
Werknemers met een bruto maandsalaris tussen 4500 en 5150 euro en een eigen huis moeten zich niet rijk rekenen op basis van de eerste loonstrook van 2016. Zij kunnen namelijk minder hypotheekrente aftrekken doordat lonen voortaan pas vanaf 66.400 euro bruto per jaar in het toptarief vallen. Ook andere huizenbezitters kunnen minder hypotheekrente aftrekken doordat de belastingtarieven dalen in de tweede en derde schijf.
Belastingschijven en arbeidskorting
De netto stijging van het salaris van de meeste Nederlandse werknemers heeft drie oorzaken. Allereerst daalt het belastingtarief in de tweede en derde schijf van 42 procent naar 40,40 procent; daar komt bij dat de derde schijf is opgerekt. Ten slotte profiteren vooral de jaarinkomens tot 34.500 euro van een hogere arbeidskorting.
De veranderingen in de belastingschuiven kunnen ‘verrassende’ netto inkomenseffecten hebben. De lagere hypotheekrenteaftrek van bijvoorbeeld een alleenverdiener zonder kinderen met bruto 5000 euro per maand, zorgt uiteindelijk voor een teruggang van 533 euro netto op jaarbasis. Een gezin met twee kinderen daarentegen, waarvan beide partners een inkomen van 2500 euro hebben, gaat er netto juist 2543 euro per jaar op vooruit.
Wijzigingen per 1 april 2016
Overigens wijzigen de nettolonen per 1 april opnieuw vanwege het late akkoord op het belastingplan voor 2016. In de eerste drie maanden wordt namelijk nog gewerkt met het oorspronkelijke tarief van 40,20 procent. Het tekort aan belasting over die periode wordt per 1 april verspreid over de rest van het jaar verrekend. Werknemers leveren dan weer circa 4 tot 10 euro netto per maand in.
Meer informatie over de looneffecten zijn te vinden op de site van ADP.