Bedrijven die hun omzet zien dalen, reageren vaak met verkleining van hun personeelsbestand. Zij beknibbelen nauwelijks op loonsverhoging voor de medewerkers die in dienst blijven. De vermindering van het aantal banen komt vooral voor in bedrijven met veel migranten, deeltijders en medewerkers met tijdelijke contracten. Dit blijkt uit het rapport ‘Flexibele lonen of flexibele werknemers?’ van het Centraal Planbureau (CPB).

Uit onderzoek van het CPB blijkt dat de groei van salarissen in bedrijven met omzetdaling nauwelijks achterblijft bij die in florerende ondernemingen. Dat is zelfs het geval als de daling in de omzet meerdere jaren aanhoudt. De besparingen zoeken deze bedrijven evenmin in grote verlaging van bijzondere beloningen of van het aantal gewerkte uren van de blijvende werknemers.

Analyse van het CPB laat zien dat het schrappen van banen bij bedrijven met dalende omzetten niet een willekeurige groep werknemers raakt. Deze reductie van het aantal banen is geconcentreerd bij ondernemingen met een hoog percentage migranten, werknemers die nog niet lang in dienst zijn, tijdelijke contracten, niet-reguliere baantypen en deeltijdbanen.

De bevindingen van deze studie, concludeert het CPB, wijzen in de richting van een gesegmenteerde arbeidsmarkt, waarbij baanverlies vooral werknemers met een relatief zwakke arbeidsmarktpositie treft. Terwijl de loonontwikkeling van zittende werknemers maar beperkt beïnvloed wordt door negatieve omzetschokken in hun bedrijf.