Werkgevers worden dit jaar geconfronteerd met een nieuwe variabele voor de werkgeverslasten. Een gedifferentieerde premieberekening voor de Werkhervattingskas (Whk) en Werkloosheidwet (WW) bestonden al, maar vanaf nu wordt ook voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) onderscheid gemaakt. Hoewel het door de toenemende premiedifferentiatie steeds lastiger wordt om algemene berekeningen te maken, staat het vast dat kleine werkgevers (totale loonsom tot 882.500 euro) in ieder geval profiteren van een lastenverlichting.

Zo wordt een werknemer met een minimumloon en vast dienstverband 26 euro per maand goedkoper voor een kleine werkgever, terwijl een (middel)grote werkgever juist één euro meer betaalt in vergelijking met vorig jaar.

Dat blijkt uit berekeningen van HR- en salarisdienstverlener ADP, dat jaarlijks de werkgeverslasten inzichtelijk maakt. Door de toenemende premiedifferentiatie in de premies werknemersverzekeringen kan bij deze berekeningen niet worden uitgegaan van individuele situaties per werkgever. Het geschetste beeld voor de premies werknemersverzekeringen is gebaseerd op voorbeelden.

Premiedifferentiatie Aof afhankelijk van grootte werkgever

De voor werkgevers meest in het oog springende wijziging in 2022 is de premiedifferentiatie voor het Aof waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kleine en (middel)grote werkgevers. In welke categorie een werkgever valt, hangt af van de premieloonsom over 2020. Was deze in 2020 niet meer dan 882.500 euro, dan ben je een kleine werkgever. Kleine werkgevers betalen een lagere premie (5,49%) dan overige werkgevers (7,05%). In alle gevallen wordt deze premie nog een keer verhoogd met de verplichte bijdrage voor de kinderopvang van 0,50%. Voor kleine werkgevers betekent de differentiatie een lastenverlichting. De algemene premie Aof bedroeg vorig jaar namelijk 7,03%. Middelgrote en grote werkgevers dragen juist meer bij aan het Aof in 2022.

Overige werkgeverslasten: geen eenduidig beeld

De WW-premies blijven voor werkgevers gelijk aan die van januari 2021. Toch kan de werkgever een stijging zien in vergelijking met december 2021. Dit heeft te maken met een tijdelijke verlaging van de premie vanaf augustus 2021 als compensatie voor de toegezegde Baangerelateerde investeringskorting (BIK) die uiteindelijk niet doorging.

De premies voor de Whk zijn al jarenlang gedifferentieerd. De premie is afhankelijk van de loonsom en de instroom in de ZW en WGA. Alleen kleine werkgevers betalen een sectorale premie. Belangrijke wijziging in 2022 is dat de grens om te bepalen of een organisatie als kleine werkgever wordt ingedeeld, opgetrokken wordt tot 25 maal de gemiddelde premieloonsom. Hiermee is deze grens gelijk aan die van het Aof. Meer werkgevers vallen hierdoor onder de sectorale premies. Afhankelijk van de situatie kan dit een lastenstijging of -daling zijn. De werkgeversbijdrage voor de Zorgverzekeringswet daalt in 2022 van 7% naar 6,75%.