Het kabinet komt met een nieuw steun- en herstelpakket voor ondernemers en werkenden, dat volgt op de twee eerdere noodpakketten. Het nieuwe pakket - waaronder verlenging van de NOW-regeling - loopt tot 1 juli 2021 en is gestoeld op drie pijlers: steun, helpen aanpassen en investeren.

Het kabinet verlengt vanaf 1 oktober 2020 diverse lopende steunmaatregelen. De voorwaarden daarvan worden aangepast, zodat ze meer zijn gericht op de langere termijn. Het kabinet neemt bovendien nieuwe maatregelen om bedrijven te stimuleren om meer te investeren in economische groei. Ook worden extra middelen ingezet om mensen via scholing en begeleiding te helpen bij het vinden van nieuw werk. De maatregelen in dit pakket beslaan rond de 11 miljard euro aan extra uitgaven en 1,5 miljard euro aan vervroegde investeringen. Dit staat los van de kabinetsinvesteringen op Prinsjesdag.

Vergoedingspercentage NOW daalt stapsgewijs

De NOW, de regeling voor loonkostensubsidie, wordt vanaf 1 oktober met drie keer drie maanden verlengd. Door het tijdvak van negen maanden, krijgen ondernemers voor een langere periode helderheid, rust en tijd. Daardoor kunnen ze medewerkers die belangrijke kennis en kunde meebrengen voor het bedrijf behouden. En krijgen ze tijd om zich aan te passen aan de veranderde economie.

De steun wordt in de driemaandsperiodes geleidelijk afgebouwd door de vergoedingspercentages in stapjes te laten dalen. In het tijdvak van oktober tot en met december betekent dit dat het maximale vergoedingspercentage 80% wordt. Dat is 10 procentpunt lager dan het maximale vergoedingspercentage in de NOW 2.0. Dit geld steekt het kabinet in scholing en van-werk-naar-werk-trajecten. In het tijdvak van januari tot en met maart bedraagt het vergoedingspercentage 70% en van april tot en met juni 60%. Zo krijgen bedrijven tot volgend jaar zomer de tijd om hun bedrijfsvoering beter aan te passen aan de economische situatie.

Ruimte om loonsom aan te passen

Tegelijk krijgen bedrijven in deze verlengde NOW-regeling ook meer ruimte om de loonsom aan te passen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de hoogte van de subsidie. Daardoor kunnen ze ervoor zorgen dat hun loonkosten beter aansluiten bij de omzet die ze de komende periode verwachten te halen. Ook dit gaat stapsgewijs. In het eerste tijdvak kunnen bedrijven 10% van de loonsom aanpassen, in het tweede tijdvak 15% en in het derde tijdvak 20%.

Het aanpassen van de loonkosten kan door bijvoorbeeld door natuurlijk verloop, door mensen te ontslaan of door werknemers te vragen om een vrijwillig loonoffer. Hiervoor blijven de reguliere regels uit het arbeidsrecht gelden. De extra korting op bedrijfseconomisch ontslag uit de NOW in het tweede noodpakket vervalt.

Verhoging minimaal omzetverlies

Om de NOW beter te richten op bedrijven die zwaar getroffen zijn door de gevolgen van het coronavirus, wordt het minimale omzetverlies om aanspraak te maken op de NOW in het tweede en derde tijdvak, vanaf 1 januari 2021, verhoogd van 20% naar 30%.

De verplichting voor werkgevers die NOW aanvragen om hun medewerkers te stimuleren om aan scholing te doen blijft bestaan. Dat geldt ook voor het verbod op uitkeren van dividend en bonusuitkeringen. De vaste opslag voor de werkgeverslasten, zoals vakantiegeld en pensioenpremies, blijft 40%. Het maximaal te vergoeden loon blijft twee maal het maximale dagloon in de eerste twee tijdvakken. In het derde tijdvak wordt dit verlaagd naar maximaal eenmaal het maximum dagloon.

Werkgevers kunnen waarschijnlijk vanaf 16 november het eerste tijdvak van de NOW voor oktober tot en met december aanvragen bij UWV.