In de uitspraak (Gerechtshof Den Haag, 30 juni 2009, LJN BJ1417) kwam de vraag aan de orde of de wijziging van een target onder het onderwerp ‘beloningsregeling’ in de zin van artikel 27 lid 1 sub c WOR valt. Indien dit namelijk zo is, dan kan sprake zijn van een instemmingsplichtige aangelegenheid voor de OR.
De ondernemer deelt de OR mede dat de ondergrens van de target ‘verkoop mobiele abonnementen nieuw’ met ingang van 1 januari 2008 wordt verhoogd van 75 tot 85 procent. Hierop roept de OR de nietigheid van het besluit in, aangezien geen instemming is gevraagd voor een besluit dat een wijziging van het beloningssysteem betekent.
Verhoging verkoopinspanningen
De kantonrechter wijst de vordering van de OR af. Deze gaat in hoger beroep bij het Gerechtshof. De OR stelt dat het naar boven bijstellen van de ondergrens tot gevolg heeft dat een wijziging wordt aangebracht in de groep van personen die voor een bepaalde beloning in aanmerking kunnen komen.
Het Gerechtshof acht van belang dat de targets op zich voor de werknemers haalbaar moeten zijn. De ondernemer heeft met de verhoging van de ondergrens enkel beoogd de verkoopinspanningen te verhogen. Al met al is onvoldoende gebleken dat door het besluit een regeling voor een bepaalde groep mensen, en daarmee ook de onderlinge rangorde van de beloningen in de onderneming, is gewijzigd. De OR wordt in het ongelijk gesteld.
Let op
De OR heeft alleen een instemmingsrecht met betrekking tot een wijziging die van invloed is op de systematiek of de methodiek van een beloningsregeling. Een bonusregeling als zodanig staat niet genoemd in de limitatieve opsomming van artikel 27 lid 1 WOR, maar valt wel aan te merken als een beloningssysteem.