Werkgevers hebben de vrijheid zelf te bepalen welke vergoedingen/verstrekkingen zij in de vrije ruimte (2015: 1,2 procent) willen onderbrengen. Denk aan een fiets, kerstfeestje, kerstpakket of een bedrag in contanten. Maar, aan die vrijheid zitten ook grenzen.
Wat merkt de fiscus als ongebruikelijk aan?
- Wat de belastinginspecteur niet accepteert is een te hoog bedrag in contanten. Hij zal dan de werkgever op zijn schouders tikken en melden dat de vergoeding ‘ongebruikelijk’ is.
- Ongebruikelijk is ook als de werkgever aan het eind van het jaar de gehele vrije ruimte invult met vergoedingen en verstrekkingen voor één werknemer.
- Als derde punt noemt Wiebes het onderbrengen van vakantiebijslag of een bonus in de vrije ruimte. Er is dan sprake van tariefarbitrage. Dat is het geval als belasting wordt omzeild doordat de 80 procent eindheffing die de werkgever onder de WKR moet betalen bij overschrijding van de vrije ruimte lager ligt dan het gebruteerde tabeltarief van de eindheffing dat voor werknemers van toepassing is. Dit tarief kan oplopen tot 108,3 procent.
Nota bene
De gebruikelijkheidstoets is in het leven geroepen om het plaatsen van excessieve vergoedingen/verstrekkingen in de vrije ruimte te voorkomen. Blijkt het noodzakelijkheidscriterium onvoldoende te zijn, waardoor werkgevers met ‘foefjes’ het criterium kunnen omzeilen, dan wordt het criterium aangescherpt (Fiscus wil aanscherping gebruikelijkheidscriterium WKR).