Als u goederen die tot uw ondernemingsvermogen behoren ook privé gebruikt (bijvoorbeeld de auto van de zaak), of wanneer u goederen (zoals aan auto of maaltijden) tegen een vergoeding aan uw personeel verstrekt, dan moet hiervoor een correctie plaatsvinden in uw aangifte omzetbelasting. Deze correcties leiden tot minder aftrek van voorbelasting. Dit zou in strijd kunnen zijn met het EG-recht. Zowel een arrest van het Hof van Justitie in een Zweedse zaak, als een conclusie van een Advocaat-Generaal van het Hof van Justitie voor de Nederlandse situatie, geven aanleiding tot deze veronderstelling.
Wet omzetbelasting
De Nederlandse Wet omzetbelasting(OB)-wetgeving kent twee bepalingen om het privégebruik van een auto door personeel te belasten:
- Het BUA, dat het gebruik door middel van een correctie van de (voor)aftrek belast (fictief 12 procent van de bijtelling voor het privégebruik);
- De fictieve dienstbepaling, geregeld in art. 4.2 Wet OB (sinds 2007), die het privégebruik gelijk stelt met een belastbare dienst door de ondernemer.
Art. 16a Wet OB regelt dat het BUA voorrang heeft op de fictieve dienstbepaling.
Wat kunt u doen?
Ga tijdig in bezwaar tegen de aangifte(n) omzetbelasting, waarin u correcties heeft aangebracht op grond van het BUA en voor privégebruik van tot het ondernemingsvermogen behorende goederen. Doe hierbij een beroep op de zaak Scandic (Hof van Justitie EG, 20 januari 2005, zaaknummer C-421/03) en de conclusie van de AG van het Hof van Justitie in de zaak Charles en Charles-Tijmens (20 januari 2005, zaaknummer C-434/03). Wanneer uw BTW-aangifte negatief was, kunt u ook nog in bezwaar gaan tegen de teruggaafbeschikking.
Tip
De Hoge Raad houdt iedere verdere beslissing aan en schorst het geding totdat het Hof van Justitie naar aanleiding van de prejudiciële vragen uitspraak heeft gedaan.