Op 1 januari 2013 is de Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in werking getreden. Samengevat heeft de WNT tot gevolg dat salarissen van topfunctionarissen in de (semi)publieke sector, al dan niet na een overgangsperiode, dienen te voldoen aan de WNT en dat ook ontslagvergoedingen gebonden zijn aan het maximum als genoemd in de WNT. De WNT geldt voor topfunctionarissen die werkzaam zijn bij de instellingen die onder de WNT vallen. Dit zijn instellingen in de gehele publieke en semipublieke sector. In de bijlagen bij de WNT staat welke instellingen en sectoren tot de (semi)publieke sector worden gerekend.

Begrip topfunctionaris

De volgende personen worden als topfunctionaris aangemerkt:

  “De leden van de hoogste uitvoerende en toezichthoudende organen van een rechtspersoon of instelling als bedoeld in artikel 1.3, artikel 1.4 of artikel 1.5, alsmede de hoogste onderschikte of de leden van de groep hoogste onderschikten aan dat orgaan en degene of degenen belast met de dagelijkse leiding.”

Of een persoon als topfunctionaris wordt aangemerkt hangt af van zijn positie binnen de organisatie. In dat kader heeft de wetgever uitdrukkelijk overwogen dat de titel van de functionaris niet relevant is, maar slechts de positie van de functionaris binnen de organisatie. Om die reden zou de hoogste managementlaag, afhankelijk van de organisatiestructuur van de onderneming, ook als ‘groep hoogste onderschikten’ kunnen worden aangemerkt. Dit zullen met name managers zijn die leiding geven aan de gehele organisatie. Deze managers zullen dan als topfunctionaris in de zin van de WNT worden aangemerkt. Een manager van een bepaalde afdeling die niet belast is met de dagelijkse leiding over de gehele organisatie is volgens de wetgever in beginsel geen topfunctionaris in de zin van de WNT.

Gevolgen toepasselijkheid WNT

De belangrijkste gevolgen van toepasselijkheid van de WNT zijn dat de bezoldiging van een topfunctionaris is gebonden aan een maximum en dat een eventuele ontslagvergoeding is gemaximeerd.

Wettelijk bezoldigingsmaximum
 

 

Het wettelijk bezoldigingsmaximum bestaat uit een bezoldiging van in totaal maximaal € 187.340,– (exclusief sociale premies), een belastbare onkostenvergoeding van maximaal € 8.069,– en een pensioenvoorziening van € 33.190,– op jaarbasis (deze bedragen gelden voor 2013). Indien een van de posten wordt overschreden, kan dit worden gecompenseerd door verlaging van een van de overige posten. De totale bezoldiging mag dus maximaal € 228.599,– bruto bedragen (exclusief sociale premies en onbelaste onkostenvergoedingen). Daarnaast mogen geen winstdelingen, bonusbetalingen of andere vormen van variabele beloning tussen partijen worden overeengekomen, tenzij daarvoor door de wetgever een uitzondering is gemaakt.

Is de totale bezoldiging hoger dan het wettelijk maximum, dan is het meerdere onverschuldigd betaald. De zorginstelling dient in dat geval de onverschuldigd betaalde bezoldiging terug te vorderen. Wanneer  dat niet gebeurt, dan kan de minister terugbetaling vorderen, al dan niet door het opleggen van een last onder dwangsom. De bezoldiging vervalt dan rechtstreeks aan de staat. Bij de handhaving zal de accountant een belangrijke rol spelen, omdat deze een bezoldiging die hoger ligt dan op grond van de WNT is toegestaan, moet melden bij de minister.

Beëindigingsvergoeding en wachtgeld

De WNT heeft ook gevolgen voor een eventuele beëindigingsvergoeding. Op grond van de WNT mogen partijen een vergoeding overeenkomen van één bruto jaarsalaris met een maximum van € 75.000,– bruto. Dit geldt zowel voor de beëindigingsvergoeding die ten tijde van het afsluiten van een arbeidsovereenkomst op voorhand tussen partijen wordt overeengekomen, als voor de vergoeding die het resultaat is van een onderhandeling over een beëindigingsregeling, als ook voor beloningen betaalbaar op termijn die betrekking hebben op de beëindiging van het dienstverband.

Het voorgaande betekent dat wachtgelduitkeringen in beginsel ook gebonden zijn aan het maximum van € 75.000,– bruto, tenzij de wachtgelduitkering voortvloeit uit een algemeen verbindend verklaarde CAO of uit een wettelijk voorschrift. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de wachtgelduitkering die voortvloeit uit de CAO Ziekenhuizen, die algemeen verbindend is verklaard tot en met 28 februari 2014.

Overigens is het nog onduidelijk hoe de rechtspraak om zal gaan met de maximum vergoeding uit de WNT. De kantonrechter is niet verplicht om de WNT toe te passen, maar kan deze wel reflexwerking toekennen. Recentelijk lag het volgens de kantonrechter Wageningen (4 december 2012, LJN BZ0881) niet in de rede om reflexwerking van de WNT aan te nemen. Het gevolg van deze beslissing is dat er een discrepantie ontstaat tussen wat de werknemer aan vergoeding kan verwachten bij een overeenkomst tussen beide partijen en bij een gang naar de rechter. Overigens woog de kantonrechter Wageningen bij zijn beslissing om aan de WNT geen reflexwerking toe te kennen mee dat het een gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer betrof. Het is niet duidelijk of de kantonrechter anders had beslist als geen sprake was van arbeidsongeschiktheid. Als de trend in de rechtspraak om aan de WNT geen reflexwerking toe te kennen zich echter zou doorzetten, dan zullen zorginstellingen waarschijnlijk minder snel een regeling kunnen treffen met de betreffende topfunctionaris. De topfunctionaris zal dan immers via de rechter proberen een hogere vergoeding te bemachtigen.

De WNT bepaalt verder dat partijen niet overeen mogen komen dat het dienstverband op een later tijdstip eindigt dan het tijdstip waarop de topfunctionaris de uitoefening van zijn taken beëindigt. Hieronder valt volgens de wetgever niet het opnemen van vakantiedagen voorafgaand aan het ingaan het ontslag, maar wel een langdurige vrijstelling van werk zonder dat het dienstverband wordt beëindigd.

Openbaarmakingsverplichting

Naast het wettelijk bezoldigingsmaximum voorziet de WNT in een openbaarmakingsverplichting. Dit betekent dat ten aanzien van alle topfunctionarissen een aantal gegevens over deze personen in de financiële stukken moet worden opgenomen. Dit betreft gegevens zoals de naam van de topfunctionaris, zijn functie en zijn beloning.

Tot slot

De WNT wordt mogelijk nog aangepast naar aanleiding van het recent gesloten regeerakkoord. Hierin is geformuleerd dat de WNT zal gaan gelden voor alle functionarissen en dat niet wordt uitgegaan van een bezoldigingsmaximum van 130%, maar van 100% van het ministersalaris. Tot slot geldt dat via een ministeriële regeling binnen het wettelijk bezoldigingsmaximum een differentiatie kan worden aangebracht. Dit maakt dat ook dat de toepasselijke bedragen in de toekomst kunnen wijzigen.

Voor de praktijk geldt dat iedere instelling dient te onderzoeken of en zo ja, voor welke functionarissen, de WNT van toepassing is. Toepasselijkheid van de WNT heeft immers grote impact, niet alleen voor toekomstige afspraken over de bezoldiging van topfunctionarissen, maar ook voor eventuele afspraken uit het verleden. Graag is Van Benthem & Keulen u van dienst om hierover te adviseren.