In Letland was het verschil tussen de uurlonen van mannelijke en vrouwelijke werknemers met ruim 22 procent het grootst, gevolgd door Estland (21 procent). In Luxemburg was het verschil in uurloon het kleinst van alle lidstaten, minder dan 1 procent. Ook in Roemenië en Slovenië waren de loonverschillen tussen mannen en vrouwen verhoudingsgewijs klein.
Daling bij overheid sterker
Het lagere uurloon van vrouwen is voor een deel toe te schrijven aan verschillen met mannen in leeftijd, deeltijdwerken, beroepsniveau en leidinggeven. Het loonverschil in Nederland is in de loop der jaren wel afgenomen, onder meer doordat vrouwelijke werknemers steeds hoger opgeleid zijn. In 2008 bedroeg het nog 20 procent. Bij de overheid was de daling sterker dan in het bedrijfsleven.