Deze crisismaatregel wordt geregeld in een nieuw artikel 32bd van de ‘Wet op de loonbelasting 1964’.
Let op
De heffing moet bij de aangifte loonbelasting over maart 2013 of de vierwekenperiode 4 worden voldaan.
Het loon waarover de crisisheffing wordt berekend, is het fiscaal loon uit tegenwoordige dienstbetrekking (inclusief bijtelling voor de auto van de zaak en structurele en incidentele beloningen, zoals bonussen) voor zover dat in 2012 hoger is dan 150.000 euro. Uitsluitend voor de toepassing van deze crisisheffing, wordt dat meerdere geacht te zijn genoten op 31 maart 2013.
Belangrijke punten van aandacht
- De crisisheffing wordt op het niveau van de inhoudingsplichtige getoetst. De heffing is dus niet van toepassing als uw werknemer bij verschillende werkgevers werkzaam is en zijn loon in totaliteit boven de 150.000 euro komt.
- Als een werknemer meerdere dienstbetrekkingen heeft binnen met elkaar verbonden vennootschappen en hij verdient bij elkaar opgeteld meer dan 150.000 euro, dan moet de crisisheffing over het volledige loon worden geheven door de vennootschap waarvan de werknemer in 2012 het grootste deel van het loon heeft genoten.
- Als een werknemer een gedeelte van het jaar in dienst was bij een werkgever, dan is bij het bepalen of de crisisheffing van toepassing is van belang welk loon daadwerkelijk in 2012 genoten is. Is het fiscale loon van een werknemer op jaarbasis dus meer dan 150.000 euro, maar het daadwerkelijk genoten loon – in verband met de kortere periode van de dienstbetrekking in 2012 – lager, dan is de crisisheffing niet van toepassing.
- Als een werkgever in 2012 de arbeidsovereenkomst met een werknemer heeft omgezet in een zzp-contract, dan tellen de verdiensten uit het zzp-contract mee met het loon over 2012.
- Als een onderneming in 2012 is geliquideerd, failliet is gegaan of is overgenomen, dan is over de in 2012 genoten 150.000 euro of meer crisisheffing verschuldigd.