In het Belastingplan 2018 wordt voorgesteld om met ingang van 2019 in de loonbelasting voor alle buitenlandse belastingplichtigen alleen nog maar het belastingdeel van de heffingskortingen toe te laten passen waarop de buitenlands belastingplichtige uit het betreffende land in de inkomstenbelasting recht heeft.

In de loonheffing wordt bij de toepassing van heffingskortingen geen onderscheid gemaakt naar het woonland van werknemers. Hierdoor wordt voor sommige buitenlandse belastingplichtigen in de loonheffing meer heffingskorting toegepast, dan waar zij in de inkomstenbelasting recht op hebben. Dit wordt vervolgens niet altijd (volledig) in de inkomstenbelasting gecorrigeerd.

Voorgesteld wordt om met ingang van 2019 in de loonbelasting voor alle buitenlandse belastingplichtigen alleen nog maar het belastingdeel van de heffingskortingen toe te laten passen waarop de buitenlands belastingplichtige uit het betreffende land in de inkomstenbelasting recht heeft. Hierbij zal onderscheid worden gemaakt tussen zgn. kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen, niet kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen uit de zgn. landenkring (landen in de EU, de EER, Zwitserland en de BES-eilanden) en buitenlandse belastingplichten uit derde-landen.