Al bijna honderd organisaties zetten de afgelopen tijd de Monitor Thuiswerken in. Dit instrument brengt in beeld hoe medewerkers thuis werken ervaren, wat goed gaat en waar ze last van hebben. Welke grote gemene delers tekenen zich af? En hoe kun je daar als werkgever op inspelen?

Een groot deel van werkend Nederland is al bijna een jaar nauwelijks op kantoor geweest. “Dit heeft invloed op hoe we werken, samenwerken en leidinggeven”, zegt Jan van den Hoogen, strategisch arbeids- en organisatieadviseur bij Arbo Unie. “Ondertussen is het ingewikkeld om vinger aan de pols te houden, want op afstand kun je elkaar minder goed ‘lezen’. Daarom hebben wij de Monitor Thuiswerken ontwikkeld, een compacte lijst met slechts 24 vragen, bijvoorbeeld over ervaren steun van het team en de leidinggevende, werkdruk en spanningen en ontspanning thuis. De doorlooptijd van uitzetten vragenlijst tot rapportage is slechts een paar dagen. De resultaten geven inzicht in de knelpunten en waar je het dus met elkaar over moet hebben.”

Onderzoek

Elke organisatie die de Monitor Thuiswerken uitzet, kan aan de slag met de eigen scores. Inmiddels is de Monitor van Arbo Unie al zo vaak uitgezet – bij diverse organisaties meermaals – dat het mogelijk is er meer algemene conclusies aan te verbinden. Daan Terpstra, student aan de TU Eindhoven, wijdde hier zijn afstudeeronderzoek aan. De belangrijkste bevindingen:

  1. De meerderheid ervaart voordelen van thuiswerken
    “We zakken niet massaal door het ijs”, legt Jan uit. “Een grote groep staat neutraal tegenover thuiswerken en dan heb je ook nog de mensen die het echt omarmen. Die ervaren bijvoorbeeld dat ze zich beter concentreren nu ze niet in een kantoortuin zitten, dat ze productiever zijn. Of ze merken wat ze eigenlijk misten toen ze standaard laat thuis kwamen: opeens zitten ze elke avond met de familie aan tafel.”
     
  2. Tussen de 20 en 30 procent van de thuiswerkers heeft het zwaar
    Uit de Monitor Thuiswerken blijkt dat een aanzienlijk deel van de respondenten wél te lijden heeft onder de nieuwe situatie waarin thuiswerken de norm is. Meestal ligt dit percentage tussen de 20 en 30 procent. Er is dus meer dan voldoende reden voor organisaties om hier in te duiken en met medewerkers in gesprek te gaan: waar zitten precies de knelpunten en hoe kunnen we samen tot oplossingen komen? De Monitor Thuiswerken geeft daarvoor heel bruikbare aanknopingspunten.
     
  3. Hoeveelheid werk en betrokkenheid beïnvloeden het werkplezier het meest
    Uit statistische analyses van de onderzoeksgegevens blijken twee factoren het werkplezier het sterkst te beïnvloeden: de hoeveelheid werk en betrokkenheid.

    a) Betrokkenheid – en de invloed van leidinggevenden
    “Dat veel thuiswerkers hun collega’s missen, is geen verrassing”, zegt Jan. “Toch had ik niet verwacht dat de invloed van thuiswerken op de verbondenheid zo groot zou zijn. De statistieken laten zien dat sommige medewerkers echt afdrijven van de organisatie, ondanks dat er vaak allerlei sociale activiteiten online worden georganiseerd. Het gevoel van verbondenheid blijkt ook sterk samen te hangen met de persoonlijke aandacht die medewerkers krijgen van hun leidinggevenden. Waar weinig contact is, gaan medewerkers echt informatie missen. Voor leidinggevenden is het dus belangrijk dat ze zich bewust zijn van hun rol in die betrokkenheid.”

    b) Hoeveelheid werk – het vóélt meer
    Jan herkent het zelf ook: “Niemand heeft mij de afgelopen tijd meer werk gegeven en toch heb ik het veel drukker. Dat heeft ermee te maken dat alle natuurlijke rustmomenten zijn weggevallen. Naar het koffieapparaat, een praatje maken met een collega, maar ook reistijd is bijvoorbeeld een belangrijke, maar miskende ontspanner. Die afleiding hebben we nu niet en tegelijkertijd is de behoefte aan overleg immens toegenomen. De hoeveelheid werk is misschien niet groter dan voorheen, maar de intensiteit is wel veel hoger. Daardoor hebben veel mensen het gevoel dat ze de hoeveelheid werk niet meer goed onder controle hebben.”

Aanbevelingen voor de toekomst

Het onderzoek levert waardevolle informatie op, die organisaties kan helpen voor te sorteren op de toekomst. “Thuiswerken gaat niet meer weg; we gaan toe naar ‘blended’ of ‘hybride’ werken”, zegt Jan. “En dan bedoel ik vooral de zakelijke dienstverlening. Om dat in goede banen te leiden, is meer nodig dan een goede videoverbinding en een ergonomisch ingerichte thuiswerkplek. Het vraagt bijvoorbeeld om een andere manier van leidinggeven en van werken – meer resultaatgericht in plaats van taakgericht. En wil je het werkplezier vergroten, organiseer het werk zo dan zo dat de betrokkenheid gewaarborgd is en de hoeveelheid werk behapbaar blijft. Daar begeleiden we organisaties graag bij.”

Meer weten?

Wil je meer informatie over de Monitor Thuiswerken of hoe Arbo Unie jouw organisatie kan ondersteunen in de transitie naar hybride werken? Lees dan verder…