In 2009 moesten 77.000 werknemers en zelfstandigen na een arbeidsongeval worden behandeld door de spoedeisende hulp in het ziekenhuis. Hiervan werden 4.300 opgenomen. Voor 85 werkenden had het arbeidsongeval een dodelijke afloop.
Sectoren
Opvallend is dat vooral bij financiële instellingen en in het onderwijs de kans op arbeidsongevallen is toegenomen in vergelijking met voorgaande jaren. In de horeca en handel is daarentegen juist sprake van een daling. In de bouwnijverheid, de landbouw en visserij en de industrie blijft het ongevalsrisico over de jaren relatief hoog.
Risicogroep
Niet alle werknemers hebben even veel kans op een arbeidsongeval met letsel en verzuim. Mannen, laagopgeleiden en niet-westerse allochtone werknemers lopen meer risico op een ongeval. De gevaarlijkste beroepen zijn schilders, buschauffeurs, treinbestuurders, zeelieden, metselaars, timmerlieden en andere bouwvakkers. In deze beroepen hebben werknemers veel te maken met gevaarlijk werk en zware lichamelijke belasting. Deze factoren gaan gepaard met een grotere kans op een arbeidsongeval.
Aanbevelingen
TNO heeft op basis van de resultaten van het onderzoek een aantal tips voor werkgevers om het aantal arbeidsongevallen te verminderen. “Werknemers onder hoge tijdsdruk laten werken brengt risico’s met zich mee. Betere planning leidt tot meer veiligheid. Laat werknemers ook zelf nadenken en verantwoording nemen. Bewaak tevens goede omgangsvormen met respect voor elkaar, want ongewenst gedrag van collega’s, leidinggevenden, patiënten, klanten of leerlingen leidt ook tot brokken.”
De Monitor Arbeidsongevallen in Nederland 2009 en de bijlage Sectorprofielen Arbeidsongevallen zijn te downloaden en als boekje te bestellen op www.tno.nl/ongevallen.